Beleid om de bevolking anders te laten consumeren, krijgt steeds meer urgentie. In Den Haag vond onlangs zelfs de eerste Nationale Voedseltop plaats met politici, wetenschappers, fooddeskundigen en bedrijven.
De Nederlandse en Europese overheid willen richting een duurzamer, gezonder en veiliger consumptiepatroon. Uit overwegingen van duurzaamheid en gezondheid is het credo vooral: minder zout, minder (toegevoegde) suikers, minder alcohol, minder vlees en dierlijke proteïnen. De politiek hanteert drie methodes om het consumptiepatroon de gewenste kant op te duwen. Zo worden convenanten afgesloten met branches en de industrie, bijvoorbeeld op het gebied van zoutreductie. Verder verstrekt de overheid honderden miljoenen euro’s subsidie via twee soorten kanalen. Het gaat hierbij om voorlichtings- en promotiecampagnes als de Gezonde Schoolkantine en het Nationaal Actieplan Groente. Daarnaast ondersteunt de overheid organisaties op het gebied van voedselinnovaties. Hoewel sommige politieke partijen ervoor pleiten, kent Nederland nog geen fenomenen als vleestaks, vettaks en suikertaks. De afgelopen tien jaar veranderde het Nederlandse consumptiepatroon al substantieel. We nuttigen significant minder aardappelen, vetten en oliën, alcoholische dranken en vlees. Groeiers zijn fruit, noten, zaden, olijven en niet-alcoholische dranken. De consumptie van kruiden en sauzen neemt zelfs uitgesproken sterk toe.
Dit artikel is reeds eerder verschenen in Frituurwereld Editie 3 – Voorjaar 2017