Steeds meer frituurspeciaalzaken, vooral formulehuizen, lijken te worstelen met hun geëvolueerde bedrijfsconcept. Wat zijn ze? Cafetaria, lunchroom of restaurant? Verhage betrok onlangs via Facebook zelfs zijn gasten bij dit dilemma.
Verhage begon in 1967 als snackbar. In de loop van de jaren ’70 en ’80 transformeerde de formule richting fastfood. Veel buurtzaken kregen destijds een McDonald’s-achtige uitstraling. De laatste decennia krijgen Verhages de allure van een chique cafetaria annex lunchroom. Het omzetaandeel van de frituur lijkt geslonken.
Een heel luxe cafetaria?
Verhage postte op zijn Facebook-account onlangs de volgende vraag: “Een heel luxe cafetaria, restaurant, lunchroom, snackbar en ga zo maar door. We zien veel verschillende dingen voorbij komen. Hoe zou jij ons omschrijven tegenover je vrienden?”
Veel reacties van klanten leverde Verhage’s vraag niet op. Rikie, bezoekster van Verhage Breda, schreef wel: “Een heel gezellige ambiance en heel vriendelijk en gezellig personeel. Er heerst een hele fijne sfeer onder het personeel en dat heeft invloed op de sfeer in het restaurant. Daardoor een prettig gevoel bij de klant.”
Frituurschaamte?
Recent nog gaf Verhage er op Linkedin blijk van, dat men lijkt te kampen met frituurschaamte. De 56 jaar jonge formule schreef: “Waar voorheen de focus lag op allerlei lekkernijen uit de frituur, spreken we tegenwoordig van een allround eetgelegenheid waar onze gasten ook terecht kunnen voor verse broodjes, ambachtelijk schepijs, gebak van Dudok of zelfs een lekker biertje of wijntje. Een transitie waarop wij erg trots zijn en waarmee we graag naar buiten treden.” Met andere woorden: Verhage zegt letterlijk dat ze trots is dat ze de snackbar achter zich gelaten heeft.
“Fast casual restaurant”
Verhage is niet de enige die worstelt met de noemer van zijn concept. AnyTyme, net 25 jaar geworden, noemt zijn concept met een recent aangepast beeldmerk tegenwoordig fast casual restaurant. AnyTyme schrijft: “Vertrouw op een assortiment met lekkere gerechten van hoge kwaliteit. Heerlijke broodjes met verse burgers, knapperige frietjes en de beste, originele snacks.”
Nee, geen frituurschaamte. Maar stapje voor stapje zien we wel dat steeds meer frituurspeciaalzaken zich ontwikkelen tot allround eetzaken met kleine gerechten voor elk moment van de dag, een zoektocht die overigens bij de formulehuizen al zeker twintig jaar geleden is begonnen.
“Merknaam en gastbeleving”
Horeca-analist Ubel Zuiderveld zegt dat de noemer er niet zoveel meer toe doet. “Cafetaria wordt in ons land vereenzelvigd met frituur en snackbar. De term wordt in ons land nu 90 jaar gebruikt. Heck’s, de eerste horecaketen van Nederland, introduceerde de term. Bij Heck’s lag destijds echter nog zeker niet de nadruk op frituurbereiding. Bij hen was dus cafetaria een noemer om de beleving van een volks bedrijfstype te benadrukken. Het was bedoeld om dit nieuwe concept te onderscheiden van de grote restaurant-lunchrooms waarmee ze bekend waren geworden.”
“Belofte aan de gast”
Volgens Zuiderveld is de type-indeling geen halszaak. “Opschriften met het bedrijfstype blijven steeds vaker achterwege. Predicaten als cafetaria, restaurant en lunchroom staan bij nieuwe bedrijven lang niet meer altijd op de gevel. Ze zijn ingeruild voor pay-offs als eten en drinken of friet & more.”
Hij stelt verder: “De merknaam en waarvoor die staat, is in de horeca veel belangrijker geworden. Jouw merknaam is een belofte aan de klant. Het betekent dus dat die moet weten en voelen waarvoor je staat en welke beleving hij kan verwachten. Daaraan kun je schaven, maar je moet je belofte niet verloochenen, want dan verbreek je de connectie met de gast. In Amerika noemen ze zo’n beetje alles restaurant. Althans alle zaken waar eten wordt verkocht voor directe consumptie, tot de kleine broodjeszaken van Subway toe. Maar nergens bij Subway vind je het woord restaurant op de gevel.”