ProFri bestaat vijf jaar. Dat deed ons terugdenken aan het eerste vakreisje dat het bestuur kreeg aangeboden als dank voor zijn onbezoldigde inzet. De reis ging naar Brugge. Vanzelfsprekend naar Brugge. Want immers daar en nergens anders is een officieel Frietmuseum.
Natuurlijk werd er friet gegeten. Maar met terugwerkende kracht vraagt ProFri’s penningmeester zich nu af: heeft de vakvereniging destijds teveel betaald? De vraag doemde op na het lezen van een column van de Haagse cabaretier, humorist en publicist Sjaak Bral.
Bral nam kortgeleden enkele Brugse frietzaken op de korrel. Sommige frituristen schijnen een speciaal toeristentarief te hebben. Ze hebben er op hun (tegenwoordig “witte”) kassa’s zelfs een speciale knop voor. Toeristen betalen zodoende een euro meer voor hun frietje dan Bruggenaren. Een toerist die een officiële klacht indiende, kwam van de koude kermis thuis. Dat speciale tarief schijnt te mogen in België. Bral noemt het “cryptofascistische praktijken” en schrijft: “Eigen friet eerst – dat gaat er bij mij niet in. En dat kómt er bij mij ook niet meer in. Boycot de frietkot!”
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine Frituurwereld nummer 5 – Najaar 2017