“Dit is niet zomaar een friettent. De Hollandse snackbar op z’n best.” Dit schreef Mooncake, één van Nederlands bekendste foodbloggers, nog vorig jaar op haar website over ijssalon-cafetaria Schraven in Breda. Eigenaar Cor Schraven schreef ons op zijn beurt. Naar aanleiding van een stuk in Frituurwereld 12, waarin wij schreven over frituurzaken die al heel lang familiebedrijf zijn.
Cor schreef: “Gaat het over familiebedrijven, dan zou u eens kunnen kijken naar cafetaria Schraven, opgericht in 1922, nu vierde generatie.” Wij van Frituurwereld gingen kijken. We zagen berichten over een bedrijf waar met liefde ambachtelijke producten worden geserveerd, waaronder prachtige nasiballen. Cor Schraven is wars van sterallures. Het woord frituurspeciaalzaak, dat wij wel eens gebruiken, hoeft van hem niet. “Probeer het niet interessanter te maken. Friettent of cafetaria is in onze buurt voldoende als kwalificatie. Bereid je geen specialiteit in je eigen keuken, dan kun je je zaak nog altijd snackbar noemen.” Aldus Schraven.
Natuurlijk zijn we dit roerend met hem eens. Wel vroegen wij ons af sinds wanneer Schraven friet en snacks frituurt. We weten dat veel cafetaria’s ooit als ijssalon begonnen, maar pas later (vooral in de wintermaanden) de combinatie maakten met friet. Als Schraven daarmee inderdaad reeds in 1922 begon, behoort het vast en zeker tot de oudste frituur-familiezaken van ons land.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine Frituurwereld nummer 13 – Najaar 2019