
Friet als lepeltje, frietstyling, Aviko’s House of Fries, veranderingen in de kostprijs. De laatste tijd is er volop frietnieuws. Frituurwereld serveert een selectie via deze Q&A over friet: vier vragen en antwoorden over de actualiteit in patatland.
1. Friet als lepeltje?
Frituurwereld schreef al eerder over friet in lepeltjesvorm. Zo promootte Aviko een tijd geleden zijn Grip ’n Dip. Het zijn extra krokante U-vormige frietjes die bedoeld zijn om in saus of andere ingrediënten te dippen. Ook andere makers van friet hebben soortgelijke aardappelproducten.
Kort geleden nog introduceerde Farm Frites zijn Scoops. Ook dit is friet in de vorm van een U, een vorm die een beetje doet denken aan een halfpipe voor skaters. Farm heeft ook skin-on gecoate Scoops. Ofwel dipfrietjes met de schil er nog aan. Je kunt de patatschepjes beschouwen als een tussenvorm, een soort missing link tussen friet en chips. Ook doet friet in een driehoekige vorm van zich spreken. Bovendien wordt geëxperimenteerd met zetmeelcoatings met een smaakje.
Aviko, maker van ongeveer een miljard kilo friet jaarlijks, introduceerde recent de website House of Fries waarop de vele varianten van friet allemaal bij elkaar zijn gebracht, inclusief de gefrituurde zoete deegstengel churros.
2. Is er veel veranderd aan de kostprijs?
Het Nederlands Frituurcentrum (NFC) vergeleek de kostprijs van een portie friet eind 2024 met gegevens uit 2018. Met de sterk gestegen loonkosten en de krapte op de arbeidsmarkt, zal het niet verbazen dat de component salaris steeds sterker doortikt.
Oudere ondernemers kunnen zich nog herinneren dat de loonkosten 15 tot 20 procent vormden van de kostprijs van een frietje. Inmiddels ligt het aandeel op 26 tot 27 procent. In 2018 lag het overigens ook al rond een kwart.
Loonkosten zijn hiermee veruit de grootste kostencomponent. Naast aardappelen/voorgebakken friet met 15 tot 16 procent en huur/huisvesting met een aandeel van ruim 12 procent. NFC maakte de calculatie op basis van gemiddeld gestegen marktprijzen.
Het aandeel ‘ondernemersinkomen en belastingen’ daalde sinds 2018 met circa 1,5 procent.
3. Is frietstyling een apart vak?
Frietstyling. De term valt online her en der de laatste tijd. Een wonder is dat niet. Al heten ze nu vaak loaded fries, frietjes met allerlei toppings zijn er al tientallen jaren. Maar de opmars van culinaire friet is relatief nieuw. In onder meer Duitsland en Engeland ging de friet al wat eerder op chique dan bij ons. Daar werd bijna twintig jaar geleden al champagne bij friet geserveerd.
In ons land namen de culinaire friettoppings vooral een vlucht dankzij gekende koks als Niven Kunz, Sergio Herman en Herman den Blijker. Hoewel zich bij ons weten in Nederland nog niemand frietstylist noemt, zijn her en der in ons land zaken die gastronomisch getopte frietgerechten verkopen.
Een fraai voorbeeld van frietstyling vind je ook bij Pom Friterie in de Zweedse hoofdstad Stockholm. Het is een zaak die wordt uitgebaat door twee Nederlanders. Overigens, in het Belgische Lanaken zit een frituurzaak die luistert naar de naam Frietstyling Paco.
4. Wat zijn de nieuwe frietlanden?
Van oudsher zijn Canada, Amerika, Nederland en enkele andere Europese landen de belangrijkste frietproducerende landen. Dat is snel aan het veranderen. Nu friet en aardappelen zich over de rest van de wereld verspreiden, openen ook volop frietfabrieken in andere delen van de wereld.
In China zijn de nodige frietfabrieken te vinden. India maakt al zoveel patat-friet dat het land zich nu ontpopt tot exporteur. Ook op het Afrikaanse continent en in het Midden-Oosten zijn er ontwikkelingen. Farm Frites heeft al heel lang een fabriek in Egypte en bouwt een fabriek in Saoedi-Arabië. Ook Nigeria ontwikkelt zich tot een land waar fabrieksmatig friet wordt geproduceerd.
Foto: Shutterstock