ProFri pleit bij VWS voor breed gedragen werkgroep overgewicht

Actueel |
7 februari 2023 |
Leestijd ± 1 tot 3 minuten
v.l.n.r. Frans van Rooij (directeur ProFri), Sander Baljé (directeur Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie bij het ministerie van VWS) en Hans Biesheuvel (voorzitter van ondernemersvereniging ONL).

“Wij willen graag deel zijn van de oplossing, maar wél met een eerlijk verhaal”

Vakvereniging ProFri wil samen met andere partijen een werkgroep vormen om overgewicht in ons land in te dammen. Dit voorstel deed ProFri, gesteund door ondernemers uit de branche en ONL-voorzitter Hans Biesheuvel, tijdens overleg dat gisteren op het ministerie van volksgezondheid (VWS) is gevoerd.

ProFri wil binnen de werkgroep graag samenwerken met andere foodbranches en belangenclubs die zich met voeding en overgewicht bezighouden. Aangezien het om enkele tienduizenden lokale MKB-ondernemers gaat vindt ProFri dat naast staatssecretaris Maarten van Ooijen van VWS er ook een rol is weggelegd voor minister Micky Adriaansens van EZK. Een gezamenlijk manifest moet vervolgens, aldus ProFri, uitmonden in concrete acties.

“Eerlijk beleid, gelijk speelveld…”

De vakvereniging stelt in een stuk dat de basis vormde voor het gesprek van gisteren: “Het voornemen om te werken aan een wet die expliciet fastfoodzaken verbiedt, is buiten iedere proportie. Er is geen sprake van een level playing field aangezien juist andere sectoren voor het overgrote deel verantwoordelijk zijn voor de consumptie van ongezond voedsel door jeugd.”

De enige voorwaarde die daarom aan samenwerking wordt gesteld, aldus ProFri, is dat sprake is van eerlijk beleid. De vakvereniging wijst er bovendien op, dat de relatie tussen overgewicht onder jeugd en fastfoodzaken laag is. Ze schrijft in een pleitnotitie onder meer: “90 procent van de kilocalorieën die de schoolgaande jeugd eet, komt niet uit fastfoodzaken (inclusief snackbars) maar uit de supermarkt.”

“2 frikandelbroodjes voor 1 euro?”

Verder stelt ProFri: “Prijs is de grootste drijver om keuzes te maken en horeca is in de regel 300 procent duurder dan de supermarkt: 2 frikandelbroodjes voor 1 euro, energydrinks voor 0,25 eurocent zijn aanbiedingen gericht op scholieren van foodretailers. In de meeste fastfoodzaken is het omzetaandeel van schoolgaande jeugd minder dan 3 procent.”

ProFri noteert ook: “Blijft iedereen friet en snacks opvoeren als synoniem van gezondheidsachterstand, dan is dit bovendien schadelijk voor duizenden hardwerkende kleine ondernemers in onze sector. We kunnen én mogen dit als vakorganisatie nimmer accepteren.” Bovendien wordt erop gewezen dat snackbars in buurten een zeer belangrijke sociale functie vervullen en frietzaken al ruim een eeuw bij de Nederlandse eetfolklore horen.

Basis voor dialoog

De vakvereniging overhandigde gisteren in Den Haag zijn eigen Pro Friet Manifest aan een ambtenaar van het ministerie. “Met ons zeer geringe aandeel in de totale voeding (circa 0,5 procent) is de typisch Nederlandse frituurbranche op geen enkele wijze de veroorzaker van overgewicht. Maar we willen graag deel zijn van de oplossing,” zegt ProFri-voorman Frans van Rooij. “We hopen en vertrouwen dat dit gesprek en ons voorstel een opmaat is om met de staatssecretaris aan tafel te komen.”

“Freeriders nú al aanpakken…”

Verder is ProFri er voorstander van om nu reeds zogenaamde freeriders aan te pakken, partijen die zich met onverantwoorde voedselmarketing richten op kinderen. Immers: gerichte kindermarketing met vermeend ongezond eten en drinken is reeds verboden. De vakvereniging wijst er verder op dat de invloed van delivery niet moet worden onderschat: de verkrijgbaarheid van voedsel is dus niet meer gebonden aan fysieke locaties in wijken en buurten.

Meer over