Door het nieuws dat de coronacrisis horecamedewerkers financieel het hardst heeft geraakt, raakt de ellende bij de ondernemers ondergesneeuwd. Dat zegt Frans van Rooij van vakvereniging ProFri in een reactie op het onderzoek van het Centraal Planbureau.
In vergelijking met 2019 zagen in 2020 meer werknemers hun inkomen afnemen. Voor zo’n 130.000 extra werknemers ging het om meer dan 10 procent. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau. Het CPB zegt dat medewerkers in de horeca het zwaarst zijn getroffen.
Ondernemersinkomens achteruit
Ook veel ondernemers zagen hun inkomen flink afnemen, maar daar zijn geen harde getallen van bekend. “Dat is juist voor veel kleine horecabedrijven het probleem”, zegt Frans van Rooij, directeur van de Vereniging Professionele Frituurders. “Daardoor raakt de ellende bij deze ondernemers ondergesneeuwd. En dat terwijl ze er alles aan hebben gedaan om hun medewerkers te behouden, onder meer door zich in de schulden te steken.”
Crisis voor ondernemers niet voorbij
Van Rooij put uit informatie die tijdens gesprekken met ondernemers naar voren komt. Volgens de directeur van de vakvereniging zitten velen met de handen in het haar. “De versoepeling van de coronamaatregelen betekent niet dat de crisis voor horecaondernemers voorbij is. Bedrijven kampen met personeelstekort doordat medewerkers tijdens de horecasluiting ergens anders zijn gaan werken. Daarnaast rijzen de inkoopkosten in de volle breedte de pan uit. Zo stijgen de energieprijzen naar ongekende hoogtes, waardoor het voor veel ondernemers nog moeilijker wordt om rendabel te ondernemen. En dan hebben ze ook nog te maken met achterstallige huur en belastingen.”
Financiële problemen
ProFri krijgt veel signalen binnen van leden die het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden. “Een ondernemer die een bijbaantje heeft bij een hotel om rond te komen, een ondernemersstel waarvan één overspannen thuis zit vanwege de problemen. Want doordat de zaak in zwaar weer zit, komen ze ook privé in de problemen. En ook thuis stijgt de energierekening en worden de boodschappen voor het gezin duurder. Er zijn ondernemers die zich afvragen of ze niet beter hun zaak kunnen sluiten. Maar ze kunnen de gevolgen ervan niet overzien en daarom blijven ze zoeken naar manieren om te overleven. Dit keer gaat het om de hoge energierekening die betaald moet worden. Anders dreigt er voor sommige ondernemers sluiting en hebben ze de regie niet zelf meer in handen.”
Gehoord in Den Haag
Volgens Van Rooij is het belangrijk dat dergelijke signalen bij politiek Den Haag terechtkomen. “Als branchevereniging spelen we daarin een belangrijke rol. We werken samen met VCHO en NHG, waarmee we sinds de coronacrisis de Horeca Alliantie vormen. Ook hebben we ons aangesloten bij ONL, Ondernemend Nederland met voorman Hans Biesheuvel. Samen staan we sterker en kunnen we ervoor zorgen dat we in Den Haag gehoord worden. En dat heeft effect. Zo worden we betrokken bij de ontwikkeling van het coronaherstelplan van het Ministerie van Economische Zaken. Die gesprekken vinden nog plaats. Daar komen de hoge energiekosten, die door de oorlog in Oekraïne nog verder stijgen, nu bovenop.”