Nederland heeft er in het afgelopen jaar een paar duizend horecabedrijven bijgekregen. Dat meldt Nu.nl op basis van gegevens van de Kamer van Koophandel. De cijfers geven echter een vertekend beeld, zegt vakvereniging ProFri.
Volgens cijfers die Nu.nl heeft opgevraagd bij de Kamer van Koophandel, zouden er vorig jaar ruim 4300 horecabedrijven zijn bijgekomen in Nederland. 250 bedrijven stopten ermee, waardoor het aantal horecabedrijven per saldo met 4125 groeide. Alleen het aantal cafés, kantines en contractcateraars nam af, zo schrijft de nieuwssite.
Overnames van bestaande bedrijven
Echter, het artikel van Nu.nl geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid. Dat zegt Frans van Rooij, directeur van de Vereniging Professionele Frituurders (ProFri). “Het lijkt alsof het goed gaat in de horeca, maar dat is niet het geval. Het kan niet dat het aantal horecabedrijven vorig jaar met 10 procent is gegroeid. Voor het merendeel zal het gaan om overnames van bestaande bedrijven, dan wel de exploitatie ervan.”
Nieuwe ondernemers
Van Rooij geeft een voorbeeld: “Ondernemers die hun zaak verkopen, schrijven zich niet meteen uit bij de KvK. Alleen al om belastingtechnische redenen wordt dit meestal niet meteen gedaan. De nieuwe eigenaar van de horeca-locatie schrijft zijn onderneming bij de Kamer van Koophandel in. Maar er zijn nog meer redenen, waarom ondernemingen niet worden uitgeschreven.”
Ondernemers met eenmanszaken richten BV op
Er zijn ook ondernemers met een eenmanszaak en VOF die het afgelopen jaar een BV hebben opgericht. “Die BV gebruiken de ondernemers om de exploitatie van hun bedrijf in onder te brengen. De activa houden ze in de eenmanszaak en de BV huurt de inventaris en/of het pand van de eenmanszaak. Op die manier lopen de ondernemers minder risico wanneer er bijvoorbeeld weer een lockdown komt. In dat geval zou de BV ter ziele kunnen gaan en behoudt de eenmanszaak de activa. Privé lopen de ondernemers dan minder risico.”
Spanningen door coronacrisis
Volgens Van Rooij proberen ondernemers op allerlei manieren uit de problemen te komen of de schade voor hun privéleven zo klein mogelijk te houden. “Vaak zitten man en vrouw in een VOF. De coronacrisis leidt ook vaak tot spanningen, waardoor de relatie op de klippen loopt. Dan moeten ze een nieuwe manier vinden om de exploitatie voort te zetten.”
Hoge gemiddelde leeftijd
Ook in de frituurbranche spelen dergelijke scenario’s, hoewel er zeker wel nieuwe frituurzaken bij zijn gekomen. “Maar er wisselen vooral bedrijven van eigenaar, een gevolg van de hoge gemiddelde leeftijd van ondernemers in onze sector. Het aantal ondernemers dat vanwege leeftijd wil stoppen, zal de komende jaren nog verder toenemen. De coronacrisis lijkt het verjongingsproces te versnellen.”