Vakvereniging ProFri doet een beroep op lobbyclub Ondernemend Nederland (ONL) om de energienood van frituurbedrijven te verlichten. ProFri vraagt ONL om zich in Den Haag hard te maken voor een regeling waarmee cafetariahouders eenvoudiger kunnen overschakelen op nieuwe energie.
ProFri is partner van ONL. Directeur Frans van Rooij schrijft aan ONL-voorzitter Hans Biesheuvel: “De energieproblematiek speelt de 5700 frituurzaken in ons land enorm parten. Vóór de crisis bepaalde energie 4 tot 5 procent van de kosten. Nu schieten bedrijven met een flexcontract, afhankelijk van de prijsontwikkeling de komende maanden, door naar een aandeel van 15 procent. Bij sommigen is het zelfs meer. Met dit percentage doet dit deel van de horeca niet onder voor bijvoorbeeld de glastuinbouw. Maar die branche kan het gas goedkoper inkopen dan de kleine frituurondernemer op de hoek.”
“Duizenden frituurbedrijven in gevaar”
ProFri stelt dat, met aflopende contracten in het vooruitzicht, de betalingsproblemen voor veel frituurondernemers zich ophopen. Van Rooij: “Als er geen verruiming komt van de aflossingstermijn voor de opgebouwde coronaschuld bij de Belastingdienst of een andere oplossing, dan is er bij het merendeel van de 5700 ondernemers geen geld voor de energietransitie. Het voortbestaan van duizenden frituurspeciaalzaken kan dan potentieel in gevaar komen.”
“Belastingschuld omzetten in energietransitie”
ProFri heeft een plan ontwikkeld waarbij de coronaschuld kan worden ingezet om de energietransitie te bekostigen. De vakvereniging vraagt ONL om zich hiervoor bij het ministerie van economische zaken in Den Haag hard te maken.
ProFri stelt voor: “Meer dan 80 procent van de branche heeft een frituurinstallatie op gas en is van oudsher gevestigd in een woonwijk. Een nieuwe frituurinstallatie en een verzwaring van de meterkast, vergen al een investering van zeker zo’n 100.000 euro, mogelijk zelfs beduidend meer. Wij zouden graag de volgende oplossing zien: ondernemers hoeven hun belastingschuld níet af te lossen, maar kunnen dit geld aanwenden om de energietransitie naar andere bronnen in hun bedrijf vorm te geven.”
ProFri wil op korte termijn met ONL over dit plan van gedachten wisselen.