“Inwoners van Noord-Nederland die binnen een afstand van één kilometer van een fastfoodrestaurant wonen, zijn gemiddeld zwaarder dan mensen die verder weg van een fastfoodrestaurant wonen.”
door Ubel Zuiderveld
Dit stelt onderzoeker Carel-Peter van Erpecum van het academisch ziekenhuis UMCG in Groningen. Het verschil in gewicht is echter…. enkele honderden grammen. Bovendien is het aandeel van fastfood en snackbars in de totale Nederlandse voeding te verwaarlozen.
Wel ietsje zwaarder, maar géén verband?
Van Erpecum publiceerde dit en vorig jaar twee onderzoeken naar de vermeende connectie tussen de aanwezigheid van fastfood, inclusief snackbars, en het lichaams-BMI. Als basis werd het langlopende Groningse project Lifelines gebruikt, waarvoor het gewicht en andere gegevens van 140.000 volwassenen langjarig worden gevolgd.
In een vraaggesprek met lokale media in Groningen, benadrukt Van Erpecum wel dat van een oorzakelijk verband fastfood/dikkere mensen geen sprake hoeft te zijn. In het interview zegt de onderzoeker: “Het betreft hier een correlatie, een statistische samenhang. Oftewel, het kan best dat de twee zaken niets met elkaar te maken hebben en dat het berust op toeval. Maar we merkten wel dat mensen met meer fastfoodrestaurants in de buurt, ietsje zwaarder zijn.”
“Voor individu verwaarloosbaar”
Dagblad van het Noorden bracht de bevindingen van Van Erpecum onder de kop: “Woon je bij een snackbar of fastfoodketen? Dan is jouw buurt dikker dan gemiddeld, bewijst onderzoeker uit Groningen.” Of de onderzoeker zelf erg blij was met dit opschrift, is maar de vraag. Hij benadrukt namelijk nadrukkelijk op RTV Noord: “Het verschil is klein, het gaat om enkele honderden grammen per persoon. Voor een individu is dat verwaarloosbaar, maar het gaat wel om een hele buurt of stad die blootgesteld wordt aan zo’n fastfoodrestaurant.”
“Snackbarverbod kunnen we niet aanbevelen”
Als hem door RTV Noord wordt gevraagd of het raadzaam is fastfoodrestaurants en snackbars in bepaalde buurten te verbieden, antwoordt Van Erpecum: “Omdat we niet weten of er écht een verband bestaat, kunnen we dat niet aanbevelen. Maar het is wel belangrijk dat we nadenken hoe we onze leefomgeving inrichten.”
“Snackbaraandeel is te verwaarlozen”
Overigens is het calorische aandeel van fastfoodrestaurants maar ook snackbars in de totale Nederlandse voeding vrijwel te verwaarlozen. Omzetmatig is het aandeel van de 5700 Nederlandse cafetaria’s ongeveer 1,8 procent: ofwel 1,2 miljard euro op 66,3 miljard omzet aan eten en drinken in ons land.
Omdat eten in snackbars per kilocalorie veel duurder is dan in supermarkten, ligt het aandeel in ons dagelijkse menu op hooguit 0,5 tot minder dan één procent. Supermarkten verkopen in ons land circa 65 procent van alle eten, gerekend in omzet, maar 80 tot 90 procent van alle kilocalorieën.
Ook het aantal vierkante meters verkoopvloer per inwoner illustreert het geringe aandeel van cafetaria’s en snackbars fraai. Op elke Nederlander is er 0,27 vierkante meter verkoopoppervlakte van supermarkten. Per inwoner van ons land is het aantal vierkante meters snackbars en cafetaria’s daarentegen: 0,013 vierkante meter.