Een oorlogsbericht uit NH Nieuws: Oekraïense vluchtelingen krijgen onderdak bij hun Nederlands-Oekraïense familie in Andijk en worden verwelkomd met friet en frikandellen.
door Ubel Zuiderveld, horecaschrijver
Zelf wonen de Oekraïners al zeven jaar in Nederland en dat bevalt hen goed. Hun vluchtende familieleden sluiten ze in de armen met een Nederlands gebruik. “Op vrijdag eten wij altijd patat en frikandellen,” zeggen ze simpelweg. Eerder zagen wel al dat Nederlandse frietbakkers naar de Poolse vluchtelingenkampen aan de Oekraïense grens trokken om daar friet en snacks uit te delen.
Opvang Belgische vluchtelingen
Het lijkt bijna of de geschiedenis zich herhaalt. Meer dan een eeuw geleden speelde friet ook een belangrijke rol bij de opvang van ongeveer een miljoen Belgische vluchtelingen in ons land. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen Nederland neutraal was, zochten honderdduizenden zuiderburen in ons land een goed heenkomen nadat de Duitsers de aanval openden op Antwerpen. Niet alleen werd aan het front in België volop friet geserveerd aan soldaten, veel Nederlandse gastgezinnen maakten er dankzij de vluchtelingen voor het eerst kennis mee. De Belgen aten immers al eerder volop friet dan wij. Bekend is dat in sommige huishoudens door de Belgische vluchtelingen friet werd gebakken voor de gastgezinnen. Friet was in Nederland al wel bekend, maar nog niet doorgebroken tot grote lagen van de bevolking.
Friethuisje in opvangkamp
Ook in de opvangkampen voor Belgische vluchtelingen werd friet geserveerd. Zo bestaat er een foto van een kamp in Harderwijk, waar de vluchtelingen in de rij staan voor een geïmproviseerd patates-friteshuisje. In Groningen verrees zelfs de vermoedelijk eerste fish & chips shop van ons land tijdens de Eerste Wereldoorlog. Engelse militairen, ook gevlucht na de aanval op Antwerpen, bouwden in hun Groningse kamp Timbertown eigenhandig een fish & chipskot.
Goedkope gerechten
Ook de Tweede Wereldoorlog speelde een rol in de popularisering van friet in ons land. Na de oorlog waren veel voedselproducten schaars. De overheid riep restaurants op goedkope gerechten te verkopen, maar velen gaven hieraan geen gehoor. Wel openden in de periode 1946-1949 vele honderden kleine frietkramen en frietloketten: zij voorzagen met hun goedkope, eenvoudige gerechten in een enorme behoefte.