Ondernemend Nederland (ONL) richt een noodkreet aan het kabinet. Zo wil de organisatie, die ook de leden van ProFri vertegenwoordigt, duidelijkheid over de voortzetting van de steunmaatregelen én de verlichting van de schuldenlast bij horeca- en andere ondernemers.
“De eindstreep van de strijd tegen het coronavirus komt in zicht en de Nederlandse samenleving gaat langzaam weer open. Ondernemers die op korte termijn open mogen hebben behoefte aan drie zaken: verbetering van de communicatie over voorwaarden en richtlijnen, verlenging van de steunmaatregelen en duidelijkheid over (belasting)schulden én het (tijdelijk) loslaten en/of verruimen van de regelgeving,” schrijft ONL.
Voorspelbaar beleid
Verder stelt Ondernemend Nederland: “Het virus is onvoorspelbaar, maar zorg voor een heropeningsplan dat zoveel als mogelijk wél voorspelbaar is. Met rationele maatregelen en via heldere communicatie. Met betrekking tot de horeca, stelt ONL dat over het stappenplan nog teveel onduidelijkheid bestaat. Het verschil tussen “horeca open voor uit eten” (mei) en “overige horeca open” (juni) roept volgens de organisatie veel vragen op. Verder meent ONL dat het maximum aantal gasten bepaald dient te worden aan de hand van het aantal beschikbare vierkante meters.
Bevriezing belastingschuld
Ook vraagt ONL om garanties over het bevriezen van belastingschulden, maar eveneens om zekerheid over een verruiming van de aflossingsperiode. ONL stelt concreet voor om de belastingschuld om te zetten in een renteloze lening van tien jaar met een aflossingsvrije startperiode. ONL wil bovendien een speciaal loket waar ondernemers terecht kunnen voor vragen hierover.
Regeling horecagroothandels
Daarnaast wil Ondernemend Nederland een verbreding van de Horeca Voorraad Aanpassing (HVA). “De horecagroothandels kunnen geen gebruik maken van de regeling en voor de kleinere horecahandels is de regeling door de eisen niet toereikend genoeg. De horecagroothandels hebben door de lockdown bijvoorbeeld al vier keer de beperkt houdbare producten moeten afschrijven. De kosten zijn enorm en dit heeft ook gevolgen voor de rest van de keten.”