Monoconcept rukt rap op

Actueel |
21 september 2016 |
Leestijd ± 1 tot 2 minuten

Monoconcepten rukken op in de grote steden van ons land. Vooral in de Randstad, en dan met name in Amsterdam, opent de laatste jaren het ene na het andere monoconcept zijn deuren. In tegenstelling tot de traditionele horeca met een uitgebreide menukaart, bouwen monoconcepten hun assortiment helemaal op rond één kernproduct.

One-trick-pony’s, zo worden monoconcepten ook wel genoemd. Monoconcepten hebben een smal maar diep assortiment. De meest voorkomende one-trick-pony is misschien wel de burgerbar. Maar er zijn nog vele andere nieuwkomers. Zo heeft Van ’t Spit in Amsterdam alleen halve en hele kippen. Een mooi voorbeeld is verder The Gin Sum Club in Haarlem. Het restaurant heeft tientallen gins en tonics en serveert daarnaast de kleine Aziatische dim sums. De meeste monoconcepten richten zich op relatief kleine gerechten. In deze zin zijn ze vaak een rechtstreekse concurrent van de frituurbranche. Ook binnen de frituursector zelf zijn trouwens volop voorbeelden te vinden van (nieuwe) monoconcepten. Veel ambachtelijke frietformules hebben immers friet als kernproduct en gaan de diepte in met een grote variatie aan sauzen, toppings en portiegroottes. Daarnaast verkopen frietspeciaalzaken vaak frisdranken en is hun assortiment van snacks uitermate beperkt. Voor wie een nieuwe horecaconcept bedenkt, gaf het blog Foodservicewatcher.com onlangs de volgende raad: “Denk als een hotdogkarretje.”

Dit artikel is reeds eerder verschenen in Frituurwereld Editie 1 – Najaar 2016