‘Het kabinet wil het aantal fastfoodzaken aan banden leggen’, zo melden verschillende media. Het Ministerie van Volksgezondheid werkt inderdaad aan een wetsvoorstel, maar over welke aanbieders van eten en drinken het precies gaat en welke maatregelen genomen moeten worden, is nog niet duidelijk.
“Om de dagelijkse voedselomgeving gezonder te maken, verken ik de wettelijke mogelijkheden om een gezonde voedselomgeving te bevorderen”, schrijft staatssecretaris van Volksgezondheid Maarten van Ooijen in een brief aan de Tweede Kamer. “Hiermee zouden we gemeenten instrumenten kunnen geven om de toename van aanbieders van ongezond voedsel tegen te gaan, maar ook eventuele regels kunnen stellen met betrekking tot ongezonde drank-, snoep- en snackautomaten in bijvoorbeeld de schoolomgeving of het beperken van marketing van ongezonde producten gericht op kinderen.”
Openingen tegengaan
Het voornemen van staatssecretaris Van Ooijen is niet nieuw. Zijn voorganger Paul Blokhuis had dezelfde ambities. Ook adviesorganen als de RVS, maar ook het RIVM, hoogleraren en wethouders pleiten al langer voor wettelijke mogelijkheden om openingen van fastfoodzaken, cafetaria’s, snackbars en andere frituurspeciaalzaken in gemeenten tegen te houden. Van Ooijen wil nu samen met gemeenten de juridische opties in kaart brengen.
Supermarkten
Maar over welke aanbieders van eten en drinken het precies gaat, is niet helder. Op de vraag of er wordt gekeken naar alle aanbieders, waaronder ook supermarkten, geeft het Ministerie van Volksgezondheid vooralsnog geen duidelijk antwoord.
“De precieze invulling moet nog vorm krijgen”, aldus een woordvoerder van VWS. “Het gaat niet om het verbieden van ongezonde producten. We willen tegenwicht beiden aan de enorme hoeveelheid ongezonde verleidingen, de balans is echt zoek. Het doel is dat vooral kinderen en jongeren meer mogelijkheden krijgen om echt zelf te bepalen wat ze eten of drinken.”
Bedrijven stimuleren en verbieden
Een verbod op bepaalde locaties lijkt voor staatssecretaris Van Ooijen echter wel een optie te zijn, zo bleek tijdens een interview bij NPO Radio 1. Daarin pleitte hij voor het stimuleren van ‘gezonde bedrijven’, maar ook voor het verbieden van andere bedrijven. “Het kan ook zijn dat we op bepaalde plekken bepaalde bedrijven wel en bepaalde bedrijven niet willen.” Van Ooijen wil vooral kritisch kijken naar het aanbod in de buurt van scholen.
‘Cafetaria’s zijn niet de oorzaak’
In de maatschappelijke discussie gaat het niet alleen over grote fastfoodketens als McDonald’s en Burger King, maar ook over cafetaria’s en snackbars veroorzakers van de gezondheidsachterstand. Volgens de Vereniging Professionele Frituurders (ProFri) is dat onterecht. De vereniging wil met staatssecretaris Van Ooijen in gesprek en hem het manifest overhandigen dat in november 2021 werd gepresenteerd en veel aandacht kreeg in de media. Daarin stelt ProFri dat cafetaria’s, snackbars en andere frituurspeciaalzaken niet de oorzaak kunnen zijn.
“Gezien het uiterste geringe aandeel van deze groep bedrijven in de totale Nederlandse consumptie – circa 0,5 procent van alle kilocalorieën die we nuttigen in ons land – leidt dit pleidooi tot veel verontwaardiging in de branche”, zegt ProFri. “Veel ondernemers hebben relatief kleine zaken en krijgen het gevoel dat ze de pineut zijn van selectief gezondheidsbeleid, terwijl grote supermarkten buiten schot lijken te blijven.”
Wildgroei tegengaan
Het weren van een teveel aan fastfoodwinkels en snackbars is een advies waar ProFri in principe achter staat. “Met dien verstande dat ‘teveel’ moet gelezen worden als een wildgroei die geen toegevoegde waarde biedt voor wie dan ook.”
De vakvereniging vraagt wel wat ’teveel’ is, wie dat bepaalt en op basis waarvan. “Beantwoordt de markt de vraag naar ongezonde voeding of naar meer gemak en snelheid? De twee zijn immers geen synoniemen van elkaar. Er is immers geen verband tussen snelheid waarmee gekookt of geserveerd wordt en (on)gezondheid. Het tegendeel is waar: voeding die een korte bereiding vergt, behoudt beter zijn voedingswaarde. De vraag is niet ‘fast or slow’, maar ‘healthy or unhealthy’.”
Bijval van Raad voor Volksgezondheid
Volgens ProFri moet er naar de hele voedingsindustrie gekeken worden. “De snackbars en fastfoodwinkels geïsoleerd profileren, is onverdedigbaar.” Stannie Driessen, directeur van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving, is het daarmee eens. Dat bleek tijdens de algemene jaarvergadering van ProFri in november 2021, waar Driessen aanwezig was om het manifest in ontvangst te nemen en met leden in gesprek te gaan. “We moeten inderdaad niet eenzijdig één sector benoemen. Het gaat onder meer ook om de supermarkten, de Unilevers, de frisdrankindustrie, schoolkantines, bedrijfsrestaurants en tankstations.”