In Utrecht heerst grote beroering onder verkopers met een standplaats. Als uitvloeisel van Europese richtlijnen, kiest de Domstad voortaan voor verloting van de standplaatsen. Dit betekent dat standplaatshouders, zoals Broodje Ben en ijskraam La Venezia, wellicht per 2024 na tientallen jaren het veld moeten ruimen.
Een petitie voor het behoud van deze en andere standverkopers met een lange staat van dienst is inmiddels ondertekend door 7000 inwoners van Utrecht. Vooralsnog houdt de Utrechtse politiek echter vast aan het systeem van loting.
Het nieuwe beleid speelt niet alleen in Utrecht. Ook andere gemeenten werken aan nieuw standplaatsenbeleid. Totaal zijn er in ons land enkele duizenden verkopers met een vaste standplaats. Onder hen zijn ook honderden verkopers van friet, snacks, loempia’s en broodjes. De praktijk is veelal dat jaarvergunningen worden verstrekt die steeds stilzwijgend worden verlengd. Hier houdt Utrecht nu dus mee op per 2024.
“Nieuwkomers krijgen geen kans”
Basis van het nieuwe beleid is een Europese Dienstenrichtlijn die reeds in 2006 is afgekondigd. De Europese Unie is van oordeel dat een standplaatsenbeleid, maar ook bijvoorbeeld pacht van jachthavens en dergelijke, niet het karakter mag hebben van ‘onbepaalde tijd’. Nieuwkomers zou zo de kans worden ontnomen om in te stromen, aldus Brussel.
Hoewel er een voorbeeldverordening is gemaakt door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), kunnen gemeenten op eigen wijze invulling geven aan de Dienstenrichtlijn uit Europa. De gemeente Utrecht heeft de standplaatshouders reeds tien jaar geleden in een brief gewezen op de nieuwe regelgeving.
“Utrecht schopt erfgoed eruit”
De Utrechtse gemeenteraad koos in meerderheid voor een lotingssysteem. De standhouders zijn het afgelopen najaar op de hoogte gebracht dat van stilzwijgende verlenging van de vergunning na 31 december aanstaande geen sprake meer is. Willen ze een verkoopplekje in de stad, dan zullen ze voor specifieke plekken moeten inschrijven en loten ze mee.
Indien dit beleidsvoornemen niet wijzigt, zou dit bijvoorbeeld het einde kunnen betekenen voor de verkoopwagen van ijsmaakster Romana de Lorenzo op een brug aan de Oudegracht in de Domstad. Haar ijswagen heeft een standplaats vlakbij de plek waar haar opa in 1928 de eerste Italiaanse ijssalon van ons land opende, een ijssalon die overigens twee jaar geleden in het Openluchtmuseum is nagebouwd. In De Volkskrant zegt Romana: “Wij zijn cultureel erfgoed. En nu schopt Utrecht ons er na 96 jaar uit.”