Is de toekomst aan hamburgers van kweekvlees? Het is dichterbij dan velen denken. In Nederland en de rest van Europa is het eten van kweekvlees verboden. In enkele andere landen, zoals de VS en Israël, zijn er al spareribs en gehaktballen mee gemaakt. Naast juichende verhalen over kweekvlees, is ook de nodige kritiek te horen.
Nederlanders speelden een belangrijke rol in de ontwikkeling. Amsterdammer Willem van Eelen kreeg in 1999 in de VS patent op kweekvlees. De Maastrichtse hoogleraar Mark Post borduurde verder op Van Eelens werk. Hij presenteerde in 2013 een gekweekte mini-hamburger.
Voor kweekvlees worden beesten niet geslacht, maar slechts hun stamcellen gebruikt. Die worden op kweek gezet in kweekreactoren met een voedzame bodem. Daardoor vermeerderen de cellen zich snel. Vervolgens worden er spiervezels geoogst en tot vleesproducten verwerkt, die nauwelijks van echt zijn te onderscheiden. Een doorbraak zou betekenen dat we maar een fractie meer nodig hebben van de huidige veestapels. Zover is het nog niet. Critici wijzen erop dat er veel dierlijk materiaal nodig is voor de voedingsbodem waarop kweekvlees groeit. Hiervoor is nu nog onder meer heel veel foetusmateriaal van ongeboren kalveren nodig. “Kweekvlees is als huizen bouwen met luciferhoutjes. Het kan, maar je lost er de woningnood nooit mee op,” schrijft foodprofessor
Martijn B. Katan.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine Frituurwereld nummer 9 – Najaar 2018