Veel cafetariahouders verhogen hun prijzen met veel pijn in hun hart. Ze beseffen dat veel van hun vaste klanten gebukt gaan onder de inflatie. Maar als je als ondernemer niet zèlf onderuit wilt gaan, kun je niet anders dan prijsverhogingen doorvoeren. De eigenaresse van de Groningse cafetaria Ons Moeke gaat tot het uiterste en houdt haar prijzen gelijk.
“Ik wil iets kwijt waar ik heel veel moeite mee heb. Dat er tegenwoordig drie, vier of zelfs vijf euro gevraagd wordt voor een patatje vind ik schrikbarend. Dat dit nodig is om de kosten te dekken snap ik zeker! Maar dat er kinderen uit minder bedeelde gezinnen zijn die geen patatje meer kunnen eten omdat het te duur is, doet mijn hart huilen.”
“Meer betalen mag ook”
Was getekend, Jantina Darwinkel van cafetaria annex café Ons Moeke in de stad Groningen. Haar post op Facebook maakte in de Martinistad en omstreken in de media veel los. “Mijn besluit is de prijzen van de patat niet aan te passen. Een normaal patatje zonder saus blijft €1,45 en een grote €1,95. De patateters die meer te besteden hebben, mogen zelf de prijs bepalen bovenop de normale prijs. Je kan bij de kassa aangeven wat er aangeslagen mag worden.” Vorig jaar verhoogde Jantina de prijzen nog wel, maar het huidige prijspeil wil ze handhaven. Ten overvloede zegt ze erbij dat eventuele hogere betalingen door klanten keurig in haar boeken terecht komen.
Getroffen met huurbaas
Jantina is nu ruim vijftien jaar eigenaar van Ons Moeke. Ze vertelt aan Frituurwereld dat haar maandelijkse voorschotnota momenteel 950 euro bedraagt. Ze heeft in haar knusse stedelijke snackbar maar een kleine bakwand met drie pannen. Bovendien functioneert die van oudsher al op stroom, niet op gas. Ze heeft het daarnaast getroffen met haar huurbaas. “Die heeft alle vijftien jaar dat ik hier zit de huur nog niet verhoogd,” zegt ze.
Ons Moeke mag je wel een sociaal horecabedrijf noemen. Zo zijn er meer in ons land, bedrijven voor wie het maken van winst niet meer bovenaan staat. Ook in de horeca zijn de nodige bedrijven die hun sociale functie op nummer één zetten. Mooi, maar het moet wel haalbaar blijven op de langere duur. In de media getuigden de afgelopen weken en maanden al veel frituurondernemers van een vergelijkbaar sociaal gevoel. Vooral houders van buurtcafetaria’s wachten lang voordat ze prijzen verhogen en doen dit met veel hartzeer. “Het raakt mensen die het ook al niet breed hebben,” zegt één zo’n ondernemer.
“Ik ben toch ook met niets gekomen?”
Jantina’s streven: “Ik hoop op deze manier de verkoopprijs van al mijn producten laag te kunnen houden zodat iedereen hier een patatje kan blijven eten.” Of Jantina de lagere prijzen kan volhouden, weet ze ook niet helemaal zeker. Maar in een interview licht ze toe: “Weet je. Ik ben met niets gekomen, en als ik deze wereldbol verlaat kan ik ook niets meenemen. Ik geef niets om status. De prijzen rijzen de pan uit. Terwijl er ondertussen, en zeker in Groningen, veel armoede is. Ik denk dat we samen een verantwoordelijkheid hebben. Iedereen kan wat doen. Mijn bijdrage is om de prijzen niet verder te verhogen.”
In de media spreekt Jantina de hoop uit dat anderen haar voorbeeld zullen volgen. Overigens is Jantina Darwinkels cafetaria-café ook in ander opzicht een sociaal bedrijf. Jantina springt van oudsher fel in de bres voor homorechten en lhbt’ers, die ze niet zelden ook tijdelijk onderdak bood als ze sociaal in de knel zaten. Homofobe opmerkingen en gedragingen tolereert ze pertinent niet in haar zaak. Ze is bovendien mantelzorger voor een jongen met een beperking, waarvoor ze een aparte mantelzorgwoning heeft.