Nieuw fastfoodbeleid zorgt in de gemeenteraad van Den Haag voor grote verdeeldheid. Voorstel was om nieuwe fastfoodrestaurants, snackbars en shoarmazaken in enkele winkelstraten in het centrum te verbieden. Echter: de stemmen staakten.
In de Haagse gemeenteraad waren er precies evenveel raadsleden voor als tegen het plan. Naast 21 raadsleden die met het verbod instemden, stemden er óók 21 tegen. In november wordt er opnieuw over het voorstel gestemd.
In november zijn waarschijnlijk drie raadsleden die vorige week afwezig waren wel present. Omdat het gaat om raadsleden van de fracties Hart voor Den Haag en het CDA, is de verwachting dat het fastfoodverbod het niet zal halen. Deze twee partijen zijn namelijk geen voorstander van het weren van nieuwe fastfoodrestaurants en snackbars.
“Betuttelend”
Indien het voorstel in november alsnog wordt aangenomen, kan dit ook voor reeds gevestigde bedrijven problemen opleveren. Bestaande snackzaken in de winkelstraten zouden dan namelijk ook niet meer mogen uitbreiden. Partijen als Hart voor Den Haag en de VVD vinden het fastfoodverbod betuttelend. Bovendien menen de partijen dat de maatregelen moeilijk handhaafbaar zijn, omdat onduidelijk blijft welk type eten en drinken onder fastfood valt.
Met de maatregel loopt de gemeente Den Haag vooruit op landelijk beleid. Het huidige demissionaire kabinet kondigde aan in 2025 te willen komen met een zogenaamde Snackwet, die gemeenten meer mogelijkheden moet geven om het fastfood-aanbod te reguleren.
“Eén op 100 calorieën is fastfood”
Uit recent onderzoek bleek dat bijna de helft van de Hagenaars lijdt aan overgewicht. Dit is een belangrijke drijfveer voor het voorgestelde fastfoodverbod. Vraag is overigens of een groeiverbod van snackbedrijven effectief is voor het terugdringen van overgewicht.
Slechts iets meer dan 1 van elke 100 kilocalorieën in ons land, is namelijk gemiddeld afkomstig van fastfoodrestaurants en snackbars. Dit blijkt uit een onderzoek dat bureau Foodservice Watcher in Bredevoort nog kortgeleden uitvoerde. De verkoopprijzen van drie kernproducten friet, hamburgers en cola bij de marktleiders (supermarkt, fastfood en snackbars) vormen de basis van deze calculatie.