Het is een taai jaar voor de frietaardappel. Nat voorjaar met uitgestelde aardappelpoot, daarna een periode met nauwelijks regen van betekenis, opnieuw gevolgd door een kletsnatte periode. Wat is de stand in frietaardappelland?
De bijgaande foto van een Brabants aardappelveld geeft goed weer dat de droogte van juni zijn sporen heeft nagelaten.
Het natte voorjaar betekende bovendien dat de frietaardappelen later de grond in gingen. Gevolg: weinig aanbod, kleine aardappelen en een hoge prijs. Bovendien is het gat tussen de twee oogstseizoenen groter dan anders. Voor de consument zal in elk geval de prijs verder oplopen en hij krijgt kleinere frietjes geserveerd.
“Door oog van de naald”
“In een groot aantal belangrijke teeltgebieden in Europa zijn de aardappelen van oogst 2023 qua groeiomstandigheden door het oog van de naald gekropen,” schreef vakplatform Boerenbusiness recent nog. De groei loopt ver achter. “De aardappeloogst zal één van de slechtste zijn sinds vele jaren.”
Al aan het einde van oogstjaar 2022 stegen de marktprijzen naar zelfs 60 euro per 100 kilo voor de frietaardappel Fontane. De recente regen verzacht het leed enigszins, aldus het vakplatform. Wel zal veel later geoogst kunnen worden, want de groei heeft nog tijd nodig.
“Frietpositie Nederland wankelt”
Dan is er ook nog de stikstofmaatregel, die voorschrijft dat frietaardappelen uiterlijk 1 oktober van het land moeten zijn. Volgens de marktkenners baseert de overheid zich met deze maatregel op oud onderzoek uit 1993.
De Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) stelt alles in het werk om uitstel te krijgen, maar geregeld is het nog niet. “De vooraanstaande positie die Nederland heeft opgebouwd in de productie en export van friet wankelt. En dat komt door ondoordacht overheidsbeleid,” zei VAVI-voorzitter Marc Schroeder, tevens directeur van Lamb Weston, enkele weken geleden in de media.
“België en Frankrijk komen op”
Hardop vroeg Schroeder zich af of Nederland in de toekomst nog wel hét aardappel- en frietland zal zijn, ook verwijzend naar de vele frietfabrieken die ons land telt. Zaken als de gasbelasting en een beperkte beschikbaarheid van energie werken volgens hem belemmerend.
Hij verwijst naar opkomende concurrentie uit België en Frankrijk, die Nederland als aardappelland voorbij streven. In België worden bovendien de laatste jaren meer nieuwe frietfabrieken gebouwd dan in ons land. In ons land wordt jaarlijks ongeveer twee miljard kilo friet gemaakt, waarvoor ongeveer vier miljard kilo aardappelen nodig zijn.