De bestedingen in de Nederlandse horeca bereiken dit jaar een record. Volgens het FSIN komt de omzet van 2023 uit op een bedrag van ruim 22 miljard euro. Dat is bijna 3 miljard ofwel 16 procent meer dan vorig jaar. Maar het is zelfs royaal meer dan de 19,8 miljard euro omzet in het jaar voordat corona uitbrak.
Dat de horeca dit jaar een recordomzet boekt, is op zich niet verwonderlijk. Immers, de verkoopprijzen zijn sterk gestegen. Dit jaar gaat het om een gemiddelde stijging van de verkoopprijs van 5 tot 10 procent, aldus het FSIN. Omdat de inkoopkosten maar ook andere lasten (zoals personeel) sterker toenamen, staan bij veel horecabedrijven de winsten onder druk, ondanks het omzetrecord.
Afvlakkende groei in 2024
Het Foodservice Instituut Nederland verwacht dat de groei in 2024 zal afvlakken naar circa 6 procent. Hiermee zou de horeca volgend jaar uitkomen op een omzet van circa 23 miljard euro. De gematigder groei komt doordat de consument kritischer wordt op zijn bestedingen. Uit FSIN-onderzoek blijkt dat 60 procent van de Nederlanders de horeca te duur vindt.
Veel horecabedrijven hebben het moeilijk. Volgens accountantsclub SRA wankelt één op de vijf bedrijven. Hoewel het aantal faillissementen nog niet sterk stijgt, is het aantal stoppers dit jaar bijzonder hoog.
“Jonge generaties big spenders”
Het FSIN wijst er verderop dat de horeca zich nadrukkelijker moet richten op de jongste generaties, de millennials en generatie-z. Ze worden ook wel de gemaksgeneraties genoemd. Hun aandeel in de totale bestedingen in de horeca is al groot, maar zal richting 2030 pijlsnel dominant worden. Het prikkelen en verleiden van deze jongere doelgroepen is met name voor traditionelere eetconcepten een uitdaging, zeker ook voor cafetaria’s en cafés.
FSIN-directeur Inga Blokker wijst erop dat jongere maar ook de oudere consumenten de laatste vijftien jaar er veel foodalternatieven hebben bijgekregen. Van maaltijddelivery tot foodhallen en van eigentijdse restaurantformules tot een groter aanbod voor dadelijke consumptie in supermarkten en gemakswinkels.
Mismatch tussen prijs en kwaliteit
De omzet van 2023 was volgens het FSIN nog veel hoger uitgevallen als er voldoende personeel was geweest. Door gebrek aan medewerkers beperken immers nog altijd veel horecabedrijven hun openingstijden en boeken ze dus minder omzet.
Veel deskundigen wijzen bovendien op mogelijke negatieve gevolgen van de mismatch tussen de hogere prijzen en de kwaliteit van de horeca. Zij betogen: “De prijzen gaan omhoog, maar de kwaliteit en service-beleving dalen door een gebrek aan voldoende gekwalificeerde medewerkers.” Sandra Phlippen, hoofdeconoom van de ABN Amro, wees in de media onlangs nog nadrukkelijk op deze mismatch.
Directeur Frans van Rooij van het Nederlands Frituurcentrum herkent dit ook in de frituurbranche. “Onze mystery guest bezoekers ervaren het bijna iedere dag. Wanneer naast matig afgebakken friet ook andere dingen niet goed zijn of gaan, dan gaat de score van de totale klantbeleving rap omlaag. De perceptie van het horecaproduct zal dus in de breedte bij de consument dan negatiever worden. Met afnemend horecabezoek als gevolg.”