Dat hij op de kaart staat, is al lang niet meer zo vanzelfsprekend als in vroeger jaren. Maar bij de nodige cafetaria’s, zeker cafetaria-lunchrooms, kun je hem nog altijd wel bestellen. In deze aflevering gaat TikTokker annex Instagrammer fritoricus ubelski in op de vraag: uitsmijter, hoezo uitsmijter?
Eerlijk gezegd, veel horecabedrijven gaan tegenwoordig een beetje slordig om met de uitsmijter. Bestel je hem, dan krijg je steeds vaker wat losse boterhammen voorgeschoteld met daarop wat ham en gebakken eieren. Maar de uitsmijter is oorspronkelijk toch echt meer dan een plak brood met een gebakken ei?
Haagse Kookboek
Hoe het zij, bij tegenwoordige uitsmijters krijg je vaak hooguit twee gebakken eieren. Als het écht meezit, zijn er drie dooiers. Een oude editie van Het Haagse Kookboek, van oudsher het standaardwerk van de huishoudscholen, schrijft in zijn officiële uitsmijter-recept het gebruik van liefst vier eieren voor.
Halve uitsmijter?
Maar dat is kennelijk het recept voor thuis. Het Haagse Kookboek stelt namelijk dat een restaurant-uitsmijter slechts twee sneetjes brood en twee spiegeleieren omvat. Een halve restaurant-uitsmijter is volgens het kookboek gewoon één boterham met vlees en een spiegelei er bovenop. “De dooier moet week blijven en dus spiegelen,” aldus het keukenboek. Tenzij de gast anders wenst natuurlijk.
Aan één stuk gebakken
Nu gaat het hier om een oude uitgave van Het Haagse Kookboek. In de hoogtijdagen van de uitsmijter, zo tussen 1975 en 2000, was dit anders in veel lunchrooms en restaurants. Gebruikelijk was in deze periode drie, soms zelfs vier, eieren te bakken, bij voorkeur aan één stuk.
Zodoende ging (minstens) drie boterhammen met ham of ander vlees volledig schuil onder de aaneen gesloten gebakken eieren. Niet zelden stak het ei zelfs over de rand van het bord heen. Dat zie je steeds minder. Fritoricus ubelski gaat hierop in, net als op de herkomst van de naam uitsmijter.
* Ubelski is het TikTok-pseudoniem van horecaschrijver Ubel Zuiderveld.