Friet en frituur zijn zo sterk ingeburgerd in onze cultuur, dat ze eigenlijk in elke denkbare vorm van kunst wel aan bod komen. Ter illustratie leest fritoricus ubelski daarom dit keer een smulgedicht voor van dichteres Judith Nieken uit Leeuwarden.
Het is een ware ode aan de sociale, verwarmende functie die de frituur in veel steden, dorpen en buurten heeft. Het is ook zeker niet het enige gedicht met deze strekking. Zo brachten onder anderen de Vlaamse frietschrijver Paul Ilegems en de Limburger Sef Derkx op dichterlijke wijze meer dan eens lof aan de vaak onvolprezen frituur.
Daarnaast zijn er tientallen andere dichters die dit op meer incidentele basis doen en deden. Het beroemdste, en kortste, snackgedicht van de Nederlanden is waarschijnlijk een rijmregel van de Rotterdammer Cornelis Vaandrager. Het gedicht “De kroketten in het restaurant / zijn aan de kleine kant” staat zelfs op kunstzinnige wijze afgebeeld in Hotel New York in Vaandragers stad.
Maar ook in vrijwel alle andere vormen van kunst zijn friet en frituur wel te vinden. Zoals in de beeldende kunst. Verschillende snacks zijn door kunstenaars in brons gegoten. Kunstenaar Tjalf Sparnaay vereeuwigde op hyperrealistische wijze menig snackmenu op het doek.
Verder zijn over friet en snacks vele tientallen liedjes gemaakt. Hierbij valt de laatste jaren vooral op dat carnavalsschlagers over de frituur bijna een genre apart zijn geworden. Ook menige fotograaf en filmmaker liet zich door de branche van het hete vet inspireren. Een mooi filmisch voorbeeld is wel Il Fait Beau, waarin de automatiek van Febo een belangrijke rol speelt.
Ubelski is het TikTok-pseudoniem van horecaschrijver Ubel Zuiderveld.