Het is de lekkernij waaruit de frituurbranche is ontstaan. Het is en blijft de basis van frituurspeciaalzaken. Friet. Over friet was de afgelopen tijd veel nieuws te melden. Frituurwereld maakte een selectie uit de frietactualiteiten; nationaal én internationaal nieuws.
De meeste aandacht in de frietwereld, kreeg de bekende schrijver en Telegraaf-columnist Leon de Winter. Samen met zijn neef, hartchirurg León Eijsman, bracht hij na een zoektocht van acht jaar koolhydraatarme friet op de markt. Bereiden in de frituur kun je deze friet niet, aldus de bedenkers, die zeggen dat de friet vanwege de samenstelling dan zelfs zou verbranden. Je moet de friet van het merk Leon & León dus bereiden in de luchtfrituur, de Airfryer en zijn soortgenoten. Diepgevroren Leon & León-friet is inmiddels verkrijgbaar bij Albert Heijn. De redactie van De Volkskrant nam de proef op de som. Over het resultaat waren de journalisten tamelijk lovend: de smaak van Leon & León werd beloond met een 8.
Dutch Design: Frietje Precies
Leon & León was niet de enige nieuwe friet. Tijdens de ontwerpmanifestatie Dutch Design Week in Eindhoven werd Frietje Precies getoond. Een citaat uit het persbericht: “Precisielandbouwer Jacob van den Borne lanceert: Frietje Precies, een heerlijk frietje gemaakt van aardappel, bataat en pastinaak. Verbouwd op een kleurrijke akker, waar verschillende gewassen en bloemen elkaar in stroken afwisselen. Bodemvriendelijke en met grote precisie geteeld door het gebruik van robots, drones, sensoren en heel veel data.” Frietje Precies is volgens de bedenkers “het bodemvriendelijke frietje van Nederland”. Het project is tot stand gekomen samen met FoodUp! Brabant.
Sergio sluit zijn Utrechts frietatelier
Het is bij de zelfverklaarde “hautes fritures” niet alles goud wat er blinkt. Eerder meldden we in Frituurwereld al de sluiting van enkele ambachtelijke frietzaken, die de laatste jaren de één na de ander hun deuren openden in de grote steden. Toen Frites Atelier van sterrenkok Sergio Herman uit de startblokken kwam, ging dit gepaard met veel media-aandacht. Kortgeleden sloot de vestiging van Frites Atelier aan de Steenweg in Utrecht; precies drie jaar is er friet verkocht. Directeur Pieter Munten verklaart in een toelichting dat de zaak “te klein” was. De Frites Ateliers in Belgische steden zijn groter en hebben een uitgebreider menu en meer zitplaatsen; dat werkt volgens hem beter. Munten zegt op zoek te zijn naar een grotere locatie in Utrecht.
Ondertussen komen er her en der nog altijd nieuwe frietspeciaalzaken bij. In Zoetermeer komt Frites Affairs; onduidelijk is of dit een vestiging is van de gelijknamige formule op de vakantieresorts van Center Parcs. In Eindhoven opende De Frietbar, een bedrijf dat qua sfeer het midden houdt tussen een grandcafé en een bruin café. ‘n Frietzaak met de allure van een café; er lijkt sprake van een trend. Zo opende in Alphen aan den Rijn dit jaar Amai Frites Café. In Rotterdam kennen we al langer café-cafetaria Tante Nel.
All You Can Friet
All You Can Eat. Dat klinkt bijna net zo als All You Can Friet. Eerder dit jaar opende in Rollegem-Kapelle, België een frietspeciaalzaak onder deze naam. Voor eters ter plekke, bedacht de eigenaar een bijzondere formule, namelijk onbeperkt friet eten voor €2,30 (volwassenen) en €1,60 (kinderen). Dat is te goedkoop, zou je zeggen. Zo’n prijs pas je snel aan als je een tijdje bezig bent en er ervaring mee hebt opgedaan. Toch niet. Op allyoucanfriet.be kan iedereen lezen, dat deze all-you-can-friet-prijs nog altijd geldt. Wel is de aanbieding enigszins beperkt; hij geldt tot drie kwartier na het plaatsen van de eerste bestelling. Wil je dus langer friet blijven eten, dan moet je opnieuw betalen. De aanbieding geldt nadrukkelijk niet voor afhaalklanten.
Boer maakt friet voor zijn opvolgers
Nu de animo voor (semi)ambachtelijk friet toeneemt, zie je het volop. Aardappelboeren gaan zelf friet maken én rechtstreeks leveren aan de horeca. In het agrarische blad.
Nieuwe Oogst werd onlangs frietboer Jef Jongen uit Berg en Terblijt geportretteerd. Vijf jaar geleden begon hij zelf met het schillen, pitten en snijden van zijn aardappelen. Omdat zijn zoon en dochter het bedrijf graag wilden overnemen, moest Jongen het bedrijf verbreden. Zodat iedereen een boterham kan verdienen. Het jaarrond maakt hij friet; heeft hij zelf geen aardappelen meer, dan betrekt Jongen ze van elders. Moeder, vader, zoon en dochter; ze vinden nu allemaal emplooi in de vof Jongen- Budé. Wie weet; misschien ontstaan uit dit soort frietboerderijen op den duur nieuwe grote frietproducenten. Immers, ook Aviko ontstond in 1962 uit een coöperatie van aardappelboeren. Aardappelteler Gerrit de Bruijne volgde negen jaar later. Zijn bedrijf luistert nog altijd naar de naam Farm Frites.
Farm Frites: 1 miljard kilo friet
Friet is booming. Vooral de belangstelling in Aziatische landen, waaronder China en India, neemt hand over hand toe. Dit komt ook doordat de overheid de consumptie van aardappelproducten stimuleert (rijst is arbeidsintensiever en vergt veel meer water dan aardappelen bij de verbouw). De komende jaren zal de wereld 1 miljard kilo meer friet consumeren, waarmee het totaal komt op jaarlijks 14 miljard kilo. Ter vergelijking: alle Nederlanders samen aten sinds de introductie van friet 150 jaar geleden ongeveer 9 miljard kilo friet.
De Nederlandse frietmarker Farm Frites gaat met het oog op de internationale groei zijn productie fors uitbreiden. In 2025 wil het bedrijf liefst 1 miljard kilo friet maken. Met name in België, Polen en Egypte komen nieuwe productielijnen. Ook Aviko breidt zijn productie uit; in België wordt een nieuwe fabriek gebouwd, die jaarlijkse 175 miljoen kilo patates frites gaat maken. Nederlandse en Belgische frietmakers zijn samen goed voor ruim de helft van de totale Europese productie. Aviko en Farm behoren beide tot de top van wereldwijde frietfabrikanten, naast bedrijven als McCain, LambWeston, Simplot en Cavendish.
Dit artikel is reeds eerder verschenen in Frituurwereld Editie 14 – Winter 2019-2020