Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed wordt bedolven onder nieuwe aanvragen uit de foodhoek. Zoals bekend, slaagde de eierbal er als eerste frituursnack in om erkend te worden als immaterieel erfgoed. Hoewel de eierbal zijn wortels heeft bij het Britse gerecht Scotch eggs, kan het tevens worden gezien als een Groningse streekspecialiteit.
Maar het bleef niet bij de eierbal. Zo is het gebruik om friet af te halen nog in procedure om erkend te worden als erfgoed. Deze afhaaltraditie is genomineerd door het Nederlands Frituurcentrum. Jaarlijks worden maar een beperkt aantal voordrachten in behandeling genomen en dus kan erkenning nog wel even op zich laten wachten. Nu is ook het broodje kaas bij het erfgoedcentrum ingediend. Volgens de indieners is het broodje kaas al zeker sinds het jaar 1500 een vaste waarde op het Nederlandse menu. “In de tweede helft van de negentiende eeuw ontwikkelde het eten van de boterham met kaas zich tot een standaard ochtendritueel in heel Nederland,” aldus de indieners.
In de cafetaria waren natuurlijk de zachte kadetjes met kaas tientallen jaren een belangrijk product. Het broodje kaas zal achteraan moeten sluiten bij de vele eerdere indieners. Zoals de aanvraag van de Stichting Meer Dan Babi Pangang. Want ja, de Chinees-Indische keuken zoals wij hem kennen, is zeker ook typisch Nederlands.
Trouwens, ook het vaderlandse krokettenambacht is aangemeld. “Kroketten maken met de hand” is de officiële noemer. De aanvrager is Wilde Kroketten in Amsterdam. De indieners stellen bij hun nominatie dat snackbars en automatieken het ambacht geen goed hebben gedaan. Wilde Kroketten had beter om zich heen moeten kijken: er zijn nog vele tientallen, misschien wel een paar honderd cafetariahouders die zelf kroketten maken.