Frietmakers wereldwijd blijven grootscheeps investeren in nieuwe fabrieken. Lamb Weston kondigde onlangs aan een bedrag van liefst 415 miljoen euro te steken in de uitbreiding van zijn frietfabriek in American Falls in de Amerikaanse staat Idaho.
De Amerikaanse fabrikant gelooft heilig, net als zijn concurrenten, dat de internationale vraag naar friet sterk zal blijven groeien op de langere termijn. De expansie in Idaho is niet de enige uitbreiding van Lamb Westons productiecapaciteit.
Nog kort geleden maakte de fabrikant bekend een nieuwe frietfabriek in China te gaan bouwen. Bovendien investeert het bedrijf 145 miljoen euro om de capaciteit van de fabriek in de Russische regio Lipetsk te verdubbelen. De fabriek in Rusland is overigens een project van de Nederlands-Amerikaanse joint-venture Lamb Weston/Meijer.
Ook fabrikanten als McCain (Lelystad en Rusland), Farm Frites (Kazachstan, Polen, Egypte) en Aviko (Poperinge, België) werken allemaal aan extra productielijnen. Daarnaast investeren ook minder bekende frietmerken. Zo bouwt de Belgische producent Clarebout bij Duinkerke in Frankrijk een fabriek van 140 miljoen euro. Kleinere producenten breiden eveneens uit; Frites uit Zuyd opent een fabriek in Almere.