Van het gas af. De transitie naar schone, ethische en herwinbare energie. Minder afval, afbreekbare verpakkingen. Vleesminderen. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Op het gebied van duurzaamheid, nemen frituurspeciaalzaken al op verschillende fronten hun verantwoordelijkheid. Maar eerlijk is eerlijk: er moet en kan nog best zeker een schepje bovenop.
Geen restafval, maar evenwicht tussen de P’s
Duurzaamheid. Het is term die te pas en te onpas valt en volop ten onrechte wordt gebruikt. Feitelijk draait duurzaamheid om ethiek; het nastreven van een productie die de aarde en haar bewoners zo min mogelijk belast. Het ideale plaatje: een circulaire economie. Een economie is circulair als hij in letterlijke en figuurlijke zin nauwelijks restafval oplevert. Letterlijk: geen rommel. Figuurlijk: geen aantasting van de balans tussen mens, dier en hun natuurlijke omgeving.
Aan duurzaamheid ligt een theorie ten grondslag van een Britse deskundige. In 1994 kwam hij op de proppen met de drie P’s van planet, profit en people. De P van profit (winst) is enkele jaren geleden ingeruild voor prosperity (welvaart). Duurzaamheid draait om de harmonie tussen deze drie P’; een eerlijk en ethisch evenwicht tussen de aarde (planet), de mensen die er wonen (people) en de verdeling van de welvaart (prosperity). In essentie komt het erop neer dat de voetafdruk die mensen en bedrijven achterlaten door hun productie en consumptie zo klein mogelijk is.
Jonge generaties willen groen zien
Zeker. De frituurbranche doet al aan recycling. Afgewerkte oliën en vetten uit de bakpotten worden immers herverwerkt. Tot biodiesel of andere producten. En bij investeringen moeten bedrijven die veel elektriciteit en/of gas verbruiken, verplicht investeren in duurzaamheid. Verder lijdt het geen twijfel dat er meer wetgeving zal komen om de hoeveelheid plastic foodverpakkingen voor eenmalig gebruik (verder) terug te dringen.
Met name jonge generaties willen graag “groen” zien: ze verwachten dat bedrijven meehelpen om de aarde minstens zo schoon achter te laten als hij was toen ze hun zaak openden. Wilco Wieling van Depa Disposables zei op het Frituurwereld Event 2018: “Jonge generaties zijn uw klanten van de toekomst. Ze hebben een andere kijk op plastic en duurzaamheid. Zij weten immers wat plastic soep is.”
Reputatiedeskundige Paul Stamsnijder predikt steevast “het merk is de nieuwe kerk”. Hij bedoelt hiermee: de druk van consumenten op bedrijven om hun verantwoordelijkheid te nemen zal verder toenemen. “Take a stand, neem een standpunt in”, zei voorzitter Paul Bringman tijdens het Horecava-congres van zijn organisatie FoodService Instituut Nederland. En dat geldt niet alleen voor grote, maar ook voor kleinere bedrijven.
Bij duurzaamheid hoort transparantie
Zit er in jouw snacks vlees van verwaarloosde paarden uit Zuid-Amerika? Deze en soortgelijke vragen zullen steeds vaker gesteld worden door de gast. De klant/gast eist transparantie. Daarbij koerst hij op zijn gevoel. Heeft de gast er geen goed gevoel bij, dan zal hij oordelen met zijn portemonnee.
Hij komt gewoon niet terug.
Tijdens een Horecava-congres voorspelde een branchekenner : “Jonge generaties zullen twintigste-eeuwse horecaconcepten mijden.” Tot deze groep behoren ook de cafetaria, snackbar en frituur. Frituurspeciaalzaken die de boot niet willen missen, zullen transparanter moeten worden over hun producten. Over herkomst, ingrediënten en bereiding. Maar niet alleen dat. De klant wil ook zichzelf herkennen en terugzien in jouw zaak.
Walter Seib, directeur van luchthavencateraar HMSHost, legde tijdens de Horecava de nadruk op de noodzaak om het personeelsbestand diverser te maken. Ook dit is duurzaamheid; gelijke kansen voor iedereen; ongeacht geslacht, huidskleur, religie, culturele achtergrond, handicap en ander onderscheid. De horeca moet de verschillen omarmen. Anders heeft ze het nakijken. Seib: “Zoals de consument de keuze heeft om niets bij u te kopen, hebben mensen ook de keuze om níet bij u te komen werken.”