De media staan bol van nieuws over de hoog oplopende prijs van frietaardappelen. Bij onze zuiderburen reageert Bernard Lefèvre nuchter. In Het Nieuwsblad zegt de voorzitter van brancheorganisatie Navefri: “Een aardappel telt slechts voor tien procent van de kosten van een pak friet. De impact van een eventuele prijsstijging is dus eerder beperkt.”
De Navefri zette enige tijd geleden op een rij uit welke kosten de prijs van een portie friet is opgebouwd. Kijk je naar de grondstof aardappelen, dan bepaalt die inderdaad voor circa 10 procent de prijs. De aardappelen van de teler zijn goed voor ongeveer 4 procent, de frietproducent heeft een aandeel van 6 tot 7 procent. Tel je de inkoop bij de groothandel er nog bij op, dan komt je op zo’n 16 procent.
Loonkosten tikken door
De post die verreweg het stevigst aantikt in de prijs van een portie friet in de cafetaria, wordt zonder meer gevormd door de loonkosten. Het loonaandeel kan zelfs oplopen tot 45 procent. Salarissen zijn steeds steviger gaan doorgalmen in de eindprijs. Volgens het FSIN namen de salariskosten in de Nederlandse horeca de afgelopen paar jaar toe met ruim 30 procent.
Recordhoogte?
Vooral als gevolg van het natte voorjaar en het natte begin van de zomer, zal de aanvoer van frietaardappelen dit jaar te wensen overlaten. Boeren konden niet het land op om de vroege aardappelen te poten, maar kampen ook met problemen om ze te oogsten.
Momenteel ligt de prijs voor zogenaamde bewaaraardappelen volgens sectorfederatie Belgapom op 600 euro voor duizend kilo aardappelen, maar ligt een verdere stijging naar een recordhoogte op de loer.
Foto: archieffoto aardappelrooien Week van de Friet, Nederlands Frituurcentrum
