Veertien van elke 100 bedrijven in Nederland staan er slecht voor. De ondernemers geven hun positie het rapportcijfer 5 en lager. Dit blijkt uit een onderzoek dat de Kamer van Koophandel uitvoerde onder 1135 ondernemers.
Het overgrote deel van de ondernemers kampt met problemen die tijdens de coronapandemie zijn veroorzaakt. Voor veel van deze bedrijven is het de vraag of ze in de toekomst voldoende omzet zullen boeken om opgebouwde schulden te kunnen aflossen.
Stoppen of doorgaan?
Hans Klein Swormink, KvK-manager van het programma Zwaar Weer, zegt in een persbericht: “Op dit moment zijn er ongeveer 220.000 ondernemers die het echt moeilijk hebben. Zij staan voor de vraag: stoppen of doorgaan, en in beide gevallen, hoe dan?”
Niet wegduiken, maar aanpakken
Van de ondervraagde ondernemers, kampt 13 procent met betaalachterstanden en schulden bij de Belastingdienst, toeleveranciers en banken. In ongeveer een kwart van deze gevallen gaat om schuld bij leveranciers en banken, terwijl meer dan de helft van de groep problematische belastingschulden heeft. Swormink raadt de ondernemers aan niet ‘weg te duiken’ maar de realiteit onder ogen te zien. Volgens hem moeten de ondernemers nú een aanpak verzinnen ‘in het belang van hun eigen toekomst’. Bij veel ondernemers heeft de situatie directe impact op het privéleven.
Het onderzoek liep al toen de oorlog in Oekraïne begon. De effecten hiervan (zoals hoge prijzen voor inkoop en energie) zijn dus nog niet of nauwelijks in het onderzoek meegenomen.
Geld is op
Ook in de frituurbranche kampen ondernemers met financiële problemen, zegt Frans van Rooij, directeur van vakvereniging ProFri. “Niet alleen de torenhoge energierekening, maar ook lekkages aan de frituurketels kunnen het einde betekenen van de onderneming. Gewoon omdat het geld op is en de rekening vooraf voldaan dient te worden aan de energieleverancier of aan de fabrikant van de frituurinstallatie.”
Schaamte speelt een rol
Het stoppen met de onderneming is een moeilijk besluit en wordt volgens Van Rooij daarom vaak uitgesteld. “Men kan vaak de gevolgen niet overzien, zeker als de leeftijd al wat gevorderd is. Ook schaamte speelt hierbij een belangrijke rol. Maar nu er echt veel donkere wolken boven de frituurbranche hangen, denk ik dat veel bedrijven hun deuren zullen sluiten.”
Indien mogelijk ondersteuning
Het kabinet kondigde enkele dagen geleden aan, dat het aan het begin van de zomer komt met beleid voor ondernemers in een problematische situatie. “In de kern gezonde bedrijven zullen indien mogelijk ondersteund worden,” schrijven de betrokken ministers in een brief aan de Tweede Kamer.
Uit een analyse blijkt volgens hen overigens dat ruim een kwart van de belastingschuld bedrijven betreft, die vóór de coronacrisis reeds niet winstgevend waren. Van de ondernemers die hun NOW-voorschot (deels) moesten terug betalen, deden zeven van de tien dit in één keer, aldus de ministers.
Uitstel voor 44 procent zwaar getroffen bedrijven
De Nederlandse Bank doet onderzoek om goed zicht te krijgen op de schuldenproblematiek na corona. Op deze gegevens zal het kabinet zijn beleidsvoorstellen baseren. In de kamerbrief schrijven de ministers: “Dit onderzoek laat zien dat in september 2021 gemiddeld 44 procent van de vennootschappen uit de zwaarst getroffen bedrijfstakken (waaronder de horeca) belastinguitstel heeft aangevraagd.”
20 miljard openstaande belastingschuld
Verder schijven de ministers: “De gevolgen van zorgwekkende schulden zullen naar verwachting vanaf oktober 2022 zichtbaar worden, wanneer voor ondernemers het terugbetalen van belastingschulden start. De openstaande belastingschuld bedraagt op 24 februari 2022 ruim 20 miljard euro bij 278.000 bedrijven.”