Dijkshoorn schoffeert frituristen: “Uw friet is niet te vreten…”

Actueel |
10 mei 2023 |
Leestijd ± 1 tot 3 minuten
Promofoto Nico Dijkshoorn door Annaleen Louwes.

De Nederlandse columnist Nico Dijkshoorn trekt in het Vlaamse dagblad Het Nieuwsblad fel van leer tegen Belgische frituristen. Dijkshoorn schrijft: “U zult mij gaan haten om deze column, maar ik kan het niet langer voor mij houden. Het moet eruit. Komt het: uw friet is niet te vreten.”

“Uw friet is een duizenden keren verteld verhaal waar inmiddels alle glans vanaf is,” schrijft de columnist verder. Hij baseert zich op een recente ervaring tijdens een meerdaags bezoek aan Antwerpen met zijn partner Tanja. De frietbevindingen van Dijkshoorn zijn niet mals.

“Slappe rotzooi”

Dijkshoorn noteert in Het Nieuwsblad: “In alle gevallen aten Tanja en ik liefdeloze bakken vol met slappe rotzooi. Zaken die door u werden aangewezen als de pareltjes in de frietbranche, verkochten ons zwijgend een bak liefdeloos gefrituurde ellende.”

Dijkshoorn betoogt dat in ons land betere friet wordt geserveerd dan in Vlaanderen. “Het is ons niet gelukt om ook maar iets te eten dat in de buurt kwam van onze friet uit Leiden. Of welke willekeurige Nederlandse stad dan ook. Ik ga het gewoon zeggen: voor goede friet moet u in Nederland zijn. Fijne zaken zijn het, met goed frituurvet, geweldig gebakken friet en adembenemende, zelfgemaakte mayonaise.”

“Omgebouwde dodencel”

Ook over de atmosfeer in Vlaamse frietpaleizen is Dijkshoorn niet te spreken. In Nederland is die beter, aldus de columnist: “Je wacht (in Nederland) niet in een omgebouwde dodencel op je friet, maar in een prettige omgeving. De frietbakkers lijken plezier te hebben in hun werk. U bent al jaren trots op een fabel. U bent het verleerd.”

ProFri: “Ongepaste column”

Columns van Dijkshoorn zijn vaak hyperbolisch: ze zijn niet zelden gestoeld op de overtreffende trap van overdrijving. Toch stuit zijn afranseling van de Vlaamse frietcollega’s Frans van Rooij van de Nederlandse vakvereniging ProFri tegen de borst. Van Rooij zegt: “Ik heb de neiging om mij als ProFri-voorzitter richting mijn Belgische collega Bernard Lefèvre van de Navefri te excuseren voor de vooringenomen mening van deze Hollander.”

Van Rooij beseft dat het vreemd is als hij zich verontschuldigt voor de woorden van een ander. Wel wil hij nog kwijt: “Het is wat mij betreft een totaal ongepaste column, een schande en wat een arrogantie… Maar ja, deze arrogantie past wel in het beeld dat onze zuiderburen hebben van Hollanders…”