Twee op de drie vegetarische burgers zijn niet erg gezond. Dit stelde de Consumentenbond vast bij een test van 75 vegetarische en veganistische burgers uit de supermarkt.
Volgens de bond is de voedingswaarde eenvoudig te verbeteren. De organisatie roept producenten onder meer op om minder zout in hun burgers te verwerken. De geteste burgers waren over het algemeen gemaakt van soja, noten, erwteneiwit of groente. Maar niet alleen was het gehalte zout vaak te hoog, ook oordeelde de Consumentenbond dat de burgers niet zelden veel verzadigde vetten bevatten.
“Plus geeft goede voorbeeld”
De Consumentenbond schrijft: “Zo hebben Vivera, Valess, De Vegetarische Slager en Lidl geen burgers met een gezonde samenstelling. Voor Albert Heijn geldt dat er maar drie van de tien vegaburgers goed scoren. Bij Jumbo zijn dit vier van de acht en bij het merk Garden Gourmet van Nestlé twee van de vier. Plus Supermarkten geeft met drie vegaburgers het goede voorbeeld. Geen enkele daarvan bevat te veel zout of te veel verzadigd vet.”
Relevante voedingsstoffen
Van de 75 beoordeelde vegaburgers, kregen er 27 de goedkeuring van de deskundigen van de Consumentenbond. De bond onderzocht deze burgers nader, waarbij in het bijzonder gekeken werd naar het gehalte eiwitten, ijzer en vitamine B12. Deze voedingsstoffen zijn belangrijk omdat vegans die immers niet via dierlijke producten binnenkrijgen. De Consumentenbond kwam tot de slotsom dat slechts vijf vegaburgers voldoende van de genoemde relevante stoffen bevatte.
Naar het oordeel van de Consumentenbond zijn veel vegaburgers doorgaans wèl gezonder dan rundvleesburgers. Maar zeker zijn ze volgens de organisatie duurzamer dan burgers met vlees: zowel als het gaat om dierenwelzijn als om de impact die rundvlees op klimaat en milieu heeft.