Het ijsmekka van Clevers blijft groeien, ook nu ijsmeester Theo Clevers zelf niet meer aan het roer staat. Vorige week is de negende Clevers-ijssalon geopend in Millingen aan de Rijn, de eerste buiten Limburg of Noord-Brabant.
Theo Clevers deed drie jaar geleden zijn bedrijf over aan twee van zijn franchisenemers. Het duo liet in het Algemeen Dagblad onlangs weten nog veel ruimte te zien voor groei.
Inmiddels voegden zij vijf vestigingen toe aan de Clevers-ijssalons. Met de opening in het Gelderse Millingen aan de Rijn hebben ze het doel dat ze zich voor 2025 stelden reeds bereikt.
Verkoop in supermarkten
Hoewel er ook nog twee ijsbars zijn onder de naam Clevers in Venlo en Roermond, zien de eigenaars voor de fullsize ijssalons vooral nog expansie-mogelijkheden in Gelderland, Noord-Brabant en in mindere mate Limburg. Ook de opening van een ijssalon in Duitsland wordt niet uitgesloten. Het ijs uit de Clevers-ijsmakerij in Grubbenvorst wordt inmiddels verder in bekers van een halve liter verkocht in vele tientallen supermarkten.
Alleen al in Limburg wordt Clevers-ijs hierdoor op vijftig tot zestig verkooppunten verkocht. Daarnaast zullen dit jaar voor het eerst kleine bekertjes met een lepeltje op de markt komen, bedoeld voor verkoop op trafficlocaties.
Omgekeerd succesverhaal
Het verhaal van Theo Clevers is eigenlijk een omgekeerd succesverhaal. Dat wil zeggen: veel frietzaken ontstonden in vroeger jaren uit een ijssalon. Met de verkoop van friet kwam de ijsbereider immers de winter door. Bij Clevers ging het precies andersom. In 1986 nam hij in Grubbenvorst de kleine frituur van zijn ouders over, ontstaan uit een bakkerij. Softijs was er al populair, maar Clevers vestigde zich er als ijsbereider met een kleine ijssalon. Nadat Clevers’ ijs hoge ogen gooide in de Nationale IJstest van het AD, legde hij de basis voor het huidige succes van het ijsmerk dat zijn naam draagt.