Het CDA in de Tweede Kamer keert zich tegen het plan om, net als bij tabak en alcohol, een minimum leeftijd in te stellen voor de verkoop van fastfood. Het plan voor een leeftijdsgrens kwam overigens uit eigen kringen van de partij, namelijk een rapport van de wetenschappelijke denktank van het CDA.
Het wetenschappelijk bureau van de partij publiceerde onlangs het rapport ‘Gezond leven, de zorg voor het lichaam als gemeenschappelijk goed’.
Hierin komt het voorstel van een leeftijdsgrens voor fastfood aan de orde. Daartoe zou de overheid moeten besluiten als fastfoodmerken hun aanbod niet snel gezonder maken. CDA-kamerlid Anne Kuik noemt het stuk ‘een belangrijk rapport’, maar vindt een fastfoodverbod voor jongere kinderen veel te ver gaan.
Frietverkoop pas vanaf 18
CDA-zorgdeskundige Gerard Adelaar is één van de auteurs van het rapport. In een interview zei hij het onder bepaalde omstandigheden denkbaar te vinden, dat jongeren tot hun achttiende geen friet en fastfood meer mogen kopen. Adelaar deed zijn suggestie tijdens een interview vanochtend met het Radio 1 Journaal. Adelaar stelt fastfood qua schadelijkheid deels gelijk met alcohol en tabak. Dat dit betuttelend over kan komen, vindt hij geen probleem, stelt hij op Radio1.
“Opnieuw wordt ons frietje misbruikt”
Directeur Frans van Rooij van vakvereniging ProFri vindt de suggestie van de CDA-wetenschappers opnieuw een voorbeeld van demonisering van de branche. “Dit is de zoveelste keer dat ons frietje wordt misbruikt als misplaatst symbool. Frietzaken verkopen nog niet eens een honderdste deel van alle kilocalorieën die in ons land gegeten worden. En altijd weer is de snackbar op de hoek met een omzet van een paar ton de pineut in de beeldvorming.”