De horeca kreeg in het coronajaar 2020 van alle bedrijfstakken de grootste klap met een krimp van 40,6 procent. Het segment frituurspeciaalzaken, fastfoodrestaurants en andere spijsverstrekkers presteerden relatief gesproken het best.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakte de balans op. Zowel in het tweede als vierde kwartaal van vorig jaar (de lockdown-periodes) was zelfs sprake van een krimp van ver boven de 50 procent ten opzichte van 2019.
Frituurspeciaalzaken
Cafetaria’s, snackbars en frituren behoren bij het CBS tot een groep bedrijven waartoe ook Amerikaanse fastfoodrestaurants, ijssalons en shoarmazaken worden gerekend.
De percentages ten opzichte van 2019 waren als volgt: 5,2 procent krimp (kwartaal 1, nog geen corona), 29,1 procent krimp (kwartaal 2, eerste lockdown), groei van 0,4 procent (kwartaal 3, heropening) en krimp van 20,4 procent (kwartaal 4, tweede lockdown). Ook het eerste kwartaal van 2021 was slechter dan dezelfde periode vorig jaar: het CBS noteert een omzetkrimp van 9,2 procent.
Faillissementen
Hoewel het aantal faillissementen in het gehele bedrijfsleven zeer beperkt bleef, was dit beeld voor de horeca volgens het CBS iets anders. “Hier was er wel degelijk een plotselinge stijging van het aantal faillissementen in het tweede kwartaal van 2020. In de maanden april, mei en juni gingen er in totaal 112 horecazaken failliet. Dit is het hoogste aantal faillissementen in de horeca sinds eind 2013. Vanaf het derde kwartaal van 2020 loopt het aantal faillissementen meer in de pas met die van de rest van het bedrijfsleven in Nederland: na augustus werden er nog slechts mondjesmaat horecabedrijven failliet verklaard.”
In totaal gingen er in 2020 286 bedrijven en eenmanszaken in de horeca failliet. Dit waren er 32 meer dan in 2019. Ook in de eerste maanden van 2021 bleef het aantal faillissementen in de horeca laag.
Personeelsbestand
De lockdowns misten hun effect op het personeelsbestand in de horeca niet. In februari 2020, voordat corona uitbrak, waren er 431 duizend banen in de horeca, zo schrijft het CBS. “In vergelijking met begin 2020 waren er in de eerste maanden van 2021 ruim 100 duizend horecabanen minder. De grootste daling zat bij de banen op oproepbasis. Naarmate de lockdown langer duurde daalde uiteindelijk ook het aantal vaste banen in de horeca.” Het aandeel van de horeca in de totale Nederlandse economie daalde. Voor de coronacrisis was dit aandeel 2,1 procent tegen 1,3 procent vorig jaar.
Uit data van het CBS tot en met april 2021 blijkt dat 75 procent van de horecabedrijven gebruik maakte van één of meerdere steunregelingen, terwijl het gemiddelde van alle Nederlandse bedrijven op 31 procent lag.