Het terugdringen van wegwerpplastics in het zwerfafval heeft alleen kans van slagen als de overheid cafetaria’s en andere horecabedrijven financiële ondersteuning biedt. Dat zegt vakvereniging ProFri in een reactie op een wetsvoorstel. Hierin staat dat onder meer cafetaria’s vanaf 2023 aan strenge eisen moeten voldoen als ze nog plastic voedselverpakkingen en drinkbekers aanbieden.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt regelgeving voor om het aantal kunststof producten voor eenmalig gebruik – de zogenaamde wegwerpplastics – in het zwerfafval te verminderen. Dit gebeurt door het gebruik van wegwerp drinkbekers en voedselverpakkingen te ontmoedigen en het gebruik van duurzame en herbruikbare alternatieven te stimuleren. De regeling zal ook gelden voor verpakkingsproducten die voor een deel kunststof bevatten. De kosten voor het opruimen, transport en verwerking van bepaalde kunststofproducten in het zwerfafval komt deels voor rekening van producenten.
Uitvoerbaarheid en succes
ProFri staat achter maatregelen die moeten voorkomen dat wegwerpplastics nog meer milieuschade veroorzaken. De vakvereniging maakt zich echter zorgen over de uitvoerbaarheid en daarmee het succes van deze regeling.
Zo maakt de regelgeving onderscheid tussen kunststof drinkbekers en kunststof voedselverpakkingen voor consumptie ter plaatse. In 2023 moeten ondernemers 75 procent van het totale gewicht aan kunststof drinkbekers gescheiden inzamelen. Dit loopt op naar 80 procent in 2024, 85 procent in 2025 en 90 procent vanaf 2026.
Inzamelen verpakkingen en drinkbekers
Het traject voor het inzamelen van kunststof voedselverpakkingen start in 2024. Dit betekent dat ondernemers kunststof drinkbekers apart moeten inzamelen van kunststof voedselverpakkingen. Ondernemers moeten daarnaast corrigeren voor achtergebleven etensresten. Ook moeten ze een administratie bijhouden van de ingezamelde gewichtspercentages.
In het wetsvoorstel staat verder dat drinkbekers en voedselverpakking moeten zijn gemaakt van duurzaam materiaal en herbruikbaar moeten zijn. Dat kunnen ook bekers of verpakkingen zijn die consumenten zelf meebrengen. Ook dit is onwerkbaar voor veel cafetaria’s, snackbars en andere frituurbedrijven, zegt ProFri.
Meerprijs voor plastic
De kosten vormen volgens de vakvereniging het grootste struikelblok voor de transitie naar duurzame alternatieven. Aan klanten een meerprijs voor plastic verpakkingen vragen, zoals het ministerie voorstelt, is volgens ProFri lastig voor veel ondernemers. “De stijgende grondstof- en energieprijzen moeten exploitanten ook al aan de eindgebruiker doorberekenen. Met de coronacrisis en horecasluiting net achter de rug, en de financiële problemen als gevolg, is dit een gevoelig punt.”
Prijs van alternatieve verpakkingen
Echter, de meerprijs die exploitanten doorberekenen voor alternatieve verpakkingen, ligt een stuk hoger, zegt de vakvereniging. “De prijs van deze verpakkingen was al hoger, maar door het tekort aan grondstoffen en de toenemende vraag, is deze prijs verder toegenomen en zal naar verwachting nog verder toenemen. De markt raakt uit balans. Dit veroorzaakt een serieuze drempel op weg naar minder plasticgebruik. Vanwege de prijs wordt plastic mogelijk aantrekkelijker, zowel voor de exploitant als de eindgebruiker.”
Pleidooi voor subsidieregeling
Om deze negatieve trend te doorbreken en de maatregelen een kans van slagen te geven, is volgens ProFri een subsidieregeling vanuit de overheid richting exploitanten nodig. “De transitie van plastic naar duurzame alternatieven zal, zonder een financiële impuls, moeizaam verlopen.” ProFri geeft aan hier graag over mee te willen denken.
De Ministeriële Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik, ligt online ter consultatie. Reageren kan tot en met maandag 6 december.