Klimaatverandering kan de nekslag betekenen voor de twee Belgische iconen bier en friet. Dit staat te lezen in een recent rapport dat is geschreven in opdracht van de Nationale Klimaatcommissie van ons buurland.
In het rapport worden de sociaaleconomische gevolgen van klimaatverandering op de langere termijn onder de loep genomen. Niet alleen zullen droogte en overstromingen in 2050 jaarlijks veel extra slachtoffers en miljarden aan schade opleveren, ook leveren ze problemen op bij de productie van friet en bier.
Hittegolf
Wat friet betreft: volgens het bureau dat het onderzoek uitvoerde, zal de oogst van frietaardappelen ernstig te lijden hebben onder de verwachte extreme droogteperioden. De onderzoekers verwijzen naar de hittegolf van 2018 als voorbeeld: het leverde de aardappelteelt in Vlaanderen een verlies op van 31 procent. Prijsstijgingen en een dramatische daling van de frietexport zullen bij langere periodes van droogte veel vaker voorkomen.
Eigen gebruik
Vraag is of België op termijn in voldoende mate kan voldoen aan de eigen vraag naar friet. Die is groot. Het rapport stelt: “De Belgische consument eet gemiddeld 16 kilo friet per jaar, meer dan welke andere consumenten ter wereld. Per kilo friet is bij de productie vier tot vijf liter water nodig. In de toekomst zullen de aardappelen bovendien kleiner uitvallen en een lager percentage droge stof hebben.” Het gehalte droge stof is belangrijk bij de productie van friet.
Nederland
Ook de grondstoffen voor bierbrouwerijen (Belgen drinken gemiddeld 88 bier jaarlijks) zullen door klimaatverandering spaarzamer beschikbaar zijn op termijn. Uiteraard laten de verwachte effecten van klimaatverandering in België zich vergelijken met die in ons land.
