Verstopt op een ruig stukje land op Amsterdam-Zeeburgereiland, groeide Eiburgh Snacks uit tot een frietlegende in de hoofdstad. Van bejaarde frietgenieter tot hipster, tout Amsterdam ontdekte de cantina-achtige zeecontainer met verse friet. Stadsdeel Oost heeft onlangs besloten dat eigenaar Frans Splinter nog zeker vijf jaar mag blijven waar hij zit.
Aan het einde van de vorige eeuw, ‘anno 1997’, opende Splinter zijn frietnering in een zeecontainer op het eiland tussen Amsterdam-Oost en Durgerdam. Met de voorhang, het rommelige terras en een klein schilhuisje voor de frietpiepers oogt Eiburgh Snacks op een zonnige dag als een Mexicaanse volkscantina.
Oprukkende nieuwbouw
Al enkele jaren rukt de nieuwbouw op in deze uithoek tussen de mondingen van het Amsterdam-Rijnkanaal en ’t IJ. Eigenlijk had Eiburgh Snacks van de stadsdeelraad voor het einde van dit jaar zijn nering moeten sluiten, maar nu krijgt het populaire frietadres dus toch respijt tot 2028.
In dagblad Het Parool zegt een stadsdeelbestuurder over het besluit: “Eiburgh is al vele jaren een geliefde snackbar voor veel bewoners van Oost en ver daarbuiten. Ik ga mij inzetten dat deze ondernemer de komende jaren gewoon zijn beroemde friet kan blijven bakken.” Over vijf jaar is eigenaar Splinter overigens 75.
“Warm geluk”
Eiburgh Snacks trok twee jaar geleden zelfs de aandacht van Hiske Versprille, de culinair recensent van De Volkskrant. Ze sprak van “warm geluk om je bek aan te branden” en de cultstatus die de frietzaak in de zeecontainer al meer dan twintig jaar heeft. Een frietfenomeen op zich, was de Vlaamse aardappelschiller Juul. Hij ging in 2019 op 83-jarige leeftijd echter met pensioen.