Rotterdam heeft de Kapsalon, Amsterdam het Patatje Oorlog. Nooit was bekend wie de bedenker was van dit frietgerecht met mayo/fritessaus, pindasaus en gesnipperde uitjes. Amsterdammer Dick Beishuizen (64) vermoedt dat hij de geestelijk vader is, zo laat hij Frituurwereld weten.
door Ubel Zuiderveld
“Ik denk dat ik het patatje oorlog heb uitgevonden. Niet de naam, wél de samenstelling,” aldus Beishuizen, geboren en getogen in Tuindorp in Amsterdam-Noord. Als hij een jaar of vijftien, zestien is, ergens tussen 1975 en 1977, komt Dick regelmatig bij een cafetaria aan het Zonneplein. Daar werkt zijn oude schoolkameraad Robbie. Samen lijkt het duo verantwoordelijk voor de samenstelling én de naam van het patatje oorlog.
“Eerst nog met mosterd”
Bij Robbie aan de snacktoonbank bestelt Dick op een goede dag in of rond het jaar 1976 het volgende: “Ik wil graag een patat met mayonaise, satésaus, een klein beetje mosterd en wat uitjes.” Mosterd was destijds nog een bekende combi met friet.
Kameraad Robbie zegt tegen Dick als hij de bestelling overhandigt: “Kelere Dick, dat lijkt wel oorlog!” En zo is het patatje oorlog geboren, aldus Dick. “De mosterd paste er niet echt goed bij. Maar de patat met mayonaise, satésaus en uitjes werd daar in de snackbar al snel een hit…”
“Kledderzooi in puntzak”
De eerste oorlog werd bijna vijftig jaar geleden nog gewoon geserveerd in een puntzak. Dick Beishuizen herinnert zich dat het ‘een hele kledderzooi’ was. De naam van de snackbar aan het Zonneplein in Amsterdam-Noord weet Beishuizen zoveel jaar na dato niet meer. Hij gaat te rade bij zijn neef, een voormalige tabakswinkelier aan het plein. Net als een uitgebreide zoektocht in online archieven, levert dit wel informatie op maar geen concrete snackbarnaam.
Dick schrijft: “Mijn neef zegt: dat is Kees geweest! Maar of de snackbar van Kees een naam had, weten we niet. Misschien was het gewoon Snackbar Zonneplein of Snackbar Kees. Er staat mij ook iets bij met 2000 in de naam. In elk geval was Kees gewoon een begrip. Iedereen wist wat je bedoelde als je zei dat je effe bij Kees een patatje ging halen.”
“Naast de bakker, onder de poort”
Een belrondje van Frituurwereld bij de winkeliers resulteert in een adres. De bewuste snackbar zat naast de bakkerij die nog altijd gevestigd is op Zonneplein 1. Het Historisch Archief Tuindorp Oostzaan brengt helemaal uitkomst. De cafetaria van Kees en zijn vrouw heette Snackbar 2000, maar bestaat al lang niet meer. Hij zat vrijwel onder de poort die toegang biedt tot het markante plein in Amsterdam-Noord.
“Het smaakt verrukkelijk”
Er waren al eerder aanwijzingen dat patatje oorlog vermoedelijk een Amsterdamse vinding is. In de zomer van 1985 schrijft namelijk het Amsterdamse dagblad Het Parool er als eerste krant uitgebreid over. In de ongeveer negen jaar tussen 1976 en 1985 heeft patatje oorlog zich al breed over de hoofdstad verspreid.
Verslaggeefster Irene Ypenburg bestelt het gerecht bij snackbar Constantijn in Amsterdam en noteert: “Ze gooien welgemoed een plens mayonaise en een berg satésaus door elkaar heen over je patat. Vol angst neem ik een hap. Maar het is lekker! Héérlijk zelfs. Ik snap niet hoe het kan, maar het smaakt verrukkelijk.”
Fritoricus ubelski, bekend van TikTok, gaat morgen op Frituurwereld.nl naar aanleiding van dit nieuws in een korte video in op de vraag: Is het nou pindasaus of moet je eigenlijk satésaus zeggen?
Foto: rechts onder de poort zat de bakermat van het patatje oorlog. Afbeeldingen: collectie Paul Ilegems (frietzakje) en de beeldbank van Stadsarchief Amsterdam.