Alide’s Viertal: “Wordt 2025 een jubeljaar?”

De column van
1 jan 2025 |
Leestijd ± 2 tot 4 minuten

Welkom in het nieuwe jaar! Mede namens de medewerkers van het secretariaat en bestuursleden van vakvereniging ProFri wens ik je een prachtig 2025 met veel geluk voor jou en jouw dierbaren! Weet je dat 2025 een jubeljaar is? Moeten wij meer jubelen? Met jaarlijks 85 miljoen bestellingen bij onze cafetaria’s, hebben wij véél jubelende fans. Jubel jij als ondernemer eigenlijk zelf wel vaak genoeg?

door Alide van Toor *

In de krant las ik dat 2025 een officieel Jubeljaar is. Dat is een bijzonder jaar voor de katholieke kerk. Miljoenen katholieken trekken dan naar Rome en het Vaticaan om hun geloof te vieren. Of je nu gelovig bent of niet, ik geef je vier redenen om van 2025 ook een Jubeljaar voor onze frituurbranche te maken.

1. Ons heerlijke frietje

Laat ik maar meteen beginnen met ons kernproduct patat-friet. Dankzij onze branche van frituurspeciaalzaken groeide ons land uit tot een belangrijk internationaal frietland. Onze friet gaat de hele wereld over. Sterker, ook de aardappelsector die steeds nieuwe frietrassen ontwikkelt, is mede door onze frituurbranche tot bloei en groei gekomen.

Uit frietzaken ontstonden immers rond 1960 de eerste regionale voorbakkerijen, die uiteindelijk tot een grote frietindustrie leidden. Aardappelboeren in de Achterhoek waren nooit op het idee gekomen Aviko op te richten als onze voorgangers geen friet hadden verkocht. Gelukkig vinden miljoenen Nederlanders onze patat-friet heerlijk. Uit recent onderzoek blijkt: 93 procent van alle Nederlanders eet het.

2. Onze gefrituurde snacks

Overal gaat onze friet naartoe. Nederlandse frietfabrikanten zijn in veel delen van de wereld actief. Nog onlangs kon je lezen dat Farm Frites in Saoedi-Arabië een nieuwe fabriek bouwt. Maar ook onze snacks, delicatessen die vaak in bakkerijen en cafetaria’s zijn ontstaan, leverden grote bedrijven op. De grootste Nederlandse snackmakers produceren tegenwoordig zelfs snacks voor internationale fastfoodmerken.

En wat te denken van bakwanden? Dankzij grote ovenmakers voor zowel cafetaria’s, viszaken als frietfabrieken, ontwikkelde Woerden en omgeving zich tot bakwand-hotspot van Europa. Hun basis is ook in dit geval: onze friet- en frituurzaken.

3. Worldwide frituurzaken

In het buitenland zijn onze frietzaken niet zelden een voorbeeld voor startende ondernemers. Neem het Midden-Oosten. Nederlandse bakwandmakers helpen in Dubai en wijde omstreken ondernemers met het opzetten van frituurzaken. Maar dat hebben we al eerder op grote schaal gezien in onder meer Zweden en Italië. Ook zijn onze bakwandleveranciers trouwens volop actief in de Britse fish & chips sector.

We mogen hún succes best wat meer op onze branche laten afstralen. Daarnaast: kijkend naar de buitenlandse belangstelling, is het des te zuurder dat juist onze branche in ons eigen land zo vaak het mikpunt is als het gaat over overgewicht. Maar laat ik nu niet de negatieve kant opslaan… Ik ben immers net lekker in een jubelstemming.

4. Nou, wij zijn al duurzaam!

Nog iets om fier op te zijn, is dit. Misschien wel als geen andere foodbranche, dragen wij van oudsher ons steentje bij aan duurzamer eten. Neem onze frietaardappelen. We staan er vaak niet bij stil, maar de aardappel hoort tot het meest duurzame basisvoedsel. Het is duurzamer dan bijvoorbeeld rijst, waarvoor véél meer water nodig is. Om deze reden wil de Verenigde Naties de wereldwijde aardappelteelt sterk bevorderen. Dat willen ze natuurlijk niet voor niks.

Over onze frikandel heb ik het dan nog niet eens. Hij behoort tot de meest duurzame horecagerechten. Dat zeg ik niet, dat is bewezen en met cijfers onderbouwd. Tegenwoordig wordt veel geschreven over hybride vlees. Dat is vlees met minder vlees erin, zeg maar. Nou, het overgrote deel van onze snacks is al lang hybride. Wie minder vlees wil eten, kan dus bij onze zaken al héél erg lang terecht.

Ja, wij moeten echt wat meer jubelen over onze tak van sport. Dus dat gaan we doen in 2025, afgesproken? In mijn volgende column kom ik daarop zeker terug.

* Alide van Toor is voorzitter van vakvereniging ProFri