De aardappel staat wereldwijd meer in de belangstelling dan ooit tevoren. De wereldvoedselorganisatie FAO, onderdeel van de Verenigde Naties, beschouwt het gewas als een belangrijke sleutel om in de toekomst hongersnoden op duurzame wijze te voorkomen.
Tijdens het World Potato Congress, dat twee weken geleden in Dublin werd gehouden, pleitte de FAO voor een drastische uitbreiding van het areaal aardappelen.
Wereldwijd komt er jaarlijks bijna 360 miljard kilo aardappelen van het land. De wereldvoedselorganisatie vindt dat de teelt binnen acht jaar moet verdubbelen. Het streven: 500 miljard kilo in 2025 en 750 miljard kilo in 2030. Nederland en België zijn samen goed voor ongeveer 7,5 tot 8 miljard kilo consumptieaardappelen. Na verwerking, leveren ze ongeveer 4 miljard friet en andere aardappelproducten op.
Lage footprint
De aardappel is een gewas met een uiterst lage footprint en dus zeer duurzaam. Vergeleken met vrijwel alle andere relevante landbouwgewassen, scoort de aardappel laag qua uitstoot van broeikasgassen, beslag op landbouwgrond én waterverbruik. In Nederland kost de aardappelteelt ongeveer 100 liter water per kilo. Voor een vergelijkbaar basisgewas als rijst zijn bijvoorbeeld ettelijke duizenden liters nodig. Zelfs inclusief de verwerking tot bijvoorbeeld friet, is de aardappel aanmerkelijk duurzamer dan rijst.
Lichte daling in Europa
Hoewel aardappelproducten als friet toenemend worden geëxporteerd naar onder meer Aziatische landen, is in Europa juist sprake van een lichte daling van de aardappelproductie. Dat het gewas door de FAO beschouwd wordt als oplosser voor honger in de wereld, mag geen verwondering wekken. FAO-voorzitter Qu Dongyu, opgegroeid tussen de Chinese rijstvelden, is een warm pleitbezorger van de aardappel. Ongetwijfeld weet hij dus ook dat de aardappel in het grijze verleden belangrijk heeft bijgedragen aan het uitbannen van honger en voedselgebrek in Europa.