In vrijwel geen andere branche, daalt het economisch vertrouwen zo sterk als binnen de horeca. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakte het horecavertrouwen tussen oktober vorig jaar en februari dit jaar een flinke duikeling.
Het gemiddelde vertrouwenscijfers voor alle branches in de Nederlandse economie staat op min-5,4. Dit betekent dus dat het onder de rode streep (“nullijn”) ligt. Echter: het economisch vertrouwen van horecaondernemers daalde de afgelopen maanden van min-11,3 naar min-17,9. Van alle andere segmenten, laat alleen de landbouw een vergelijkbare ontwikkeling zien.
Deuk in vertrouwen
Consumenten die bezuinigen op hun horecabestedingen. Hogere lasten door gestegen kosten voor personeel, energie en inkoop. Het gedwongen steeds verder verhogen van de verkoopprijzen. Hardnekkige personeelstekorten. Regelgeving van de overheid. Toenemende concurrentie. Financiële erfenissen uit de coronatijd. Het zijn allemaal zaken die het vertrouwen van een deel van de horeca sterk lijken te ondergraven.
“Positief over eigen resultaat”
Overigens is een zeer ruime meerderheid (63,7 procent) van de horeca positief over het eigen bedrijfsresultaat in het afgelopen jaar. Hiermee blijft de branche trouwens wel enkele procentpunten achter bij het gemiddelde van alle branches (69 procent is positief gestemd). Een fors percentage van 28,6 procent van de horeca is echter slechter te spreken over de resultaten in 2024. Het gaat om horecabedrijven die winst noch verlies boekten óf zelfs een negatief resultaat behaalden.
Het negatieve vertrouwen zorgt voor een heel andere realiteit dan bijna drie jaar geleden. In de zomer van 2022 steeg het economisch vertrouwen van horecaondernemers naar een recordhoogte van plus-40,9. Dat was de periode dat alle coronabeperkingen verleden tijd waren. Maar na dit record zette al snel weer de daling in.
Foto: Shutterstock, Dusan Petkovic
