De frietgrens trekt op naar het Noorden. Dit zegt freelance journalist Rens van de Plas, die opnieuw minutieus onderzoek deed naar de splitsing tussen patatregio’s en frietgebieden. Van de Plas onderzocht 153 menukaarten om de grens beter te kunnen bepalen. Snackjournalist Ubel Zuiderveld taxeert dat friet vooral ook in de steden opmarcheert.
De conclusie van onderzoeker Van de Plas: friet komt al lang niet meer alléén maar voor onder de grote rivieren, maar rukt op. Hij vond logischerwijs in Brabant en Limburg geen enkel patatgebied maar trof boven de rivieren juist wel volop friet-enclaves aan. Het woord friet komt al lang niet meer exclusief in het zuiden voor. Zelfs in Groningen zijn cafetaria’s die spreken en schrijven van friet of frites. De stad Groningen noemt Van de Plas ‘een frietenclave in patatgebied’.
Polls en menu’s
Bij online polls de afgelopen jaren bleek steeds dat dik 60 procent van de Nederlanders behoort tot ‘team patat’ en bijna 40 procent zich zelf schaart bij ‘team friet’. In Zuid-Nederland liggen de frietcijfers van oudsher beduidend hoger dan in de rest van het land.
Van de Plas stelde ook vast dat sommige bedrijven zowel friet als patat op hun menukaart gebruiken. “Op het menu stond dan patatje stoofvlees, en in de beschrijving stond portie friet. Dan wordt het een snackbar met een identiteitsprobleem,” zegt de onderzoeker bij RTL Nieuws.
“Stad versus platteland”
ProFri-voorman Frans van Rooij zegt over het onderzoek: “Ik zie al jaren dat de frietgrens aan het verschuiven is. Sterker. Ik ben van mening dat deze grens aan het vervagen is. Ook boven de rivieren verkopen ze steeds vaker friet in plaats van patat. Ook in veel namen van nieuwe frituurzaken boven de historische grens zie je dat ‘friet’ de boventoon voert.”
Ook snackjournalist Ubel Zuiderveld, op sociale media bekend als fritoricus ubelski, bevestigt de trend. “Het is denk ik bovendien een tweedeling tussen stad en platteland. Die doet zich op allerlei gebied gelden, ook bij patates-frites. Veel nieuwe, stedelijke frietzaken van jongere generaties gebruiken volop de term friet. Hoewel er een enkele patatterie is, zie je met name woorden als friterie, frietboetiek, frietboutique en allerlei schrijfwijzen van friethuis in het hele land oppoppen, vooral in grotere steden. Dat beperkt zich beslist niet tot alleen Zuid-Nederland, juist niet.”
Zuiderveld taxeert: “Het lijkt erop dat de ambachtelijke nieuwkomers van de laatste tien, twaalf jaar het woord friet meer associëren met patates-frites die ze zelf voorbakken, vaak met de schil er nog aan trouwens. Terwijl patat kennelijk gevoelsmatig meer wordt gelinkt aan friet die voorgebakken uit de fabriek komt.”
Markering frietgebied
Ondertussen is tijdens carnaval de afgelopen dagen weer volop duidelijk gemaakt dat Zuid-Nederland frietgebied is. Niet alleen waren badges verkrijgbaar met het predikaat Team Friet, ook werden Hollandse bezoekers er op een andere wijze fijntjes op gewezen dat ze geen patat moeten zeggen. Schrijver Casper Haans (@sarcasper) plaatste borden in Den Bosch (Oeteldonk) om op ludieke wijze nog maar eens te benadrukken dat Hollanders zich begeven op frietterritorium.
Beeld: Rens van de Plas (kaartje) en Sarcasper (verkeersborden).