Bedrijven die direct of indirect de gezondheid schaden, moeten op termijn meer belasting betalen dan ze nu doen. Dit zei gezondheidsminister Ernst Kuipers onlangs tijdens zijn zogenaamde Els Borstlezing.
Bij deze lezing nam de D66-bewindsman geen blad voor de mond. Zo noemde hij enkele bedrijven uit de foodbranche in één adem met sigarettenfabrikanten, staalproducenten en chemische bedrijven.
“Vervuilers van gezondheid”
Letterlijk zei Kuipers tijdens zijn lezing: “Als we het over het milieu hebben, vinden we het ondertussen de normaalste zaak dat de vervuiler betaalt. Waarom betalen de vervuilers van onze volksgezondheid niet mee aan de schade die ze aanrichten? Philip Morris, Chemours, Tata Steel – al decennia verspreiden ze giftige stoffen onder onze bevolking. De kankeratlas laat ons zien wat de gevolgen daarvan zijn. McDonalds, Haribo en Coca-Cola weten heel goed dat hun producten ongezond zijn.”
“Fair dat bedrijven bijdragen”
“Wat mij betreft gaan al deze bedrijven meer belasting betalen dan ze nu doen,” zei de minister van volksgezondheid verder. “Want op dit moment worden mensen onnodig ziek en onze samenleving betaalt veel aan zorg die voorkomen had kunnen worden. Het lijkt me niet meer dan fair dat de bedrijven die bijgedragen hebben aan het creëren van die kosten, ook bijdragen aan de dekking ervan.”
“Ingrijpen in oude wijken”
Kuipers wees bovendien op het grote verschil in levensjaren tussen verschillende buurten in ons land. Hij wees op een verouderde wijk met slecht geïsoleerde woningen en jeugdbendes in Kopenhagen. Het aantal mensen met ernstig overgewicht en met diabetes nam er sterk toe. Door intensieve maatregelen (zoals een gezamenlijke tuin, opknappen woningen en een betrokken restaurant) stabiliseerden de cijfers voor diabetes en overgewicht. De verwachting is dat ze de komende jaren zelfs zullen dalen, aldus Kuipers.
“Radicaler denken”
De minister: “We kunnen niet blijven toekijken hoe de gezondheidsverschillen steeds groter worden. Daar mogen we wat mij betreft best wat radicaler over gaan denken en niet alleen kijken naar hoe we gedrag kunnen veranderen, maar ook stelliger zijn als het gaat om het oppakken van de rekening.”