De Vlaamse minister voor financiën, begroting, wonen en onroerend erfgoed wint er op Twitter geen doekjes om. Ja, Matthias Diependaele, minister namens de N-VA, geeft onverbloemd te kennen dat hij fan is van de Vlaamse frietcultuur.
In reactie op een uitgebreid frietkot-artikel in De Volkskrant, tweet Diependaele op zijn account: “En of wij Vlamingen fier zijn op onze frietkoten. Dat hebben ze ook in Nederland begrepen. Frietkoten zijn een belangrijk onderdeel van onze eetcultuur en gezamenlijke identiteit. Daarom zal Vlaanderen de meest iconische beschermen.”
En onze ministers?
Frituurwereld vraagt zich bij zoveel ministeriële lauwering voor de Vlaamse frituurcultuur af: is het denkbaar dat in Nederland de ministers van financiën (Sigrid Kaag) of cultuur (Robbert Dijkgraaf) zich op een soortgelijke wijze uitlaten over de Nederlandse frituurcultuur? Per slot van rekening doet ons land qua friet niet onder voor de Vlamingen.
Eerder dit jaar maakte Diependaele reeds bekend dat iconische Vlaamse frietkoten kunnen worden voorgedragen voor een monumentenstatus. Het komend najaar, tijdens de traditionele Week van de Friet, zullen de eerste Vlaamse frietkramen tot beschermd stadsgezicht worden gebombardeerd. In ons land pleitte Bond Heemschut enkele jaren geleden voor een soortgelijk beleid, maar dat vond in de politiek tot op heden weinig weerklank.
Frietkramen ouder dan 1985
“Ze maken deel uit van ons erfgoed, bepalen het straatbeeld van onze dorpen en steden. Het is daarom niet meer dan logisch om ze te beschermen,” zegt de Vlaamse minister in De Volkskrant. De lokale overheid maar ook individuele burgers kunnen frietkotten voordragen. De frietkramen moeten wel ouder zijn dan 1985.
Ook Bernard Lefèvre komt aan het woord. De voorzitter van het Nationaal Verbond van Frituristen (Navefri) wijst erop dat de afgelopen decennia, net als in ons land, veel frietkramen zijn verdwenen, vaak door toedoen van de gemeentelijke planologie. Volgens hem is in een stad als Antwerpen geen enkele vrijstaande frituur meer te vinden. Navefri ijvert al heel wat jaren voor het behoud van frietkramen.
Frietmonument surrealistisch?
Lefèvre laat verder via De Volkskrant weten: “U zult er in Nederland wel om moeten lachen, want een frietkot als monument heeft toch iets surrealistisch. Maar we zijn een surrealistisch land. Het onderscheidt ons, en daar mogen we fier op zijn. Door onze geliefde frietkoten tot monument te verheffen, beschermen we de ruimtelijke wanorde van Vlaanderen. Wij Belgen houden van zaken die andere mensen lelijk vinden.”