ProFri, de vakvereniging van frituurbedrijven, laakt het wetsvoorstel dat gemeenten de mogelijkheid geeft nieuwe snackbars uit hun openbare ruimte te weren. “Het voorstel is gebaseerd op grachtengordelpolitiek, mensen die elkaar napraten op basis van particuliere meningen. In de onderliggende rapporten ontbreekt élke cijfermatige onderbouwing voor dit beleid,” zegt directeur Frans van Rooij.
Gemeenten krijgen de wettelijke mogelijkheid om nieuwe snackbars en andere fastfoodrestaurants te weren uit wijken die een obesitasproblematiek kennen of reeds een groot aanbod gemakshoreca hebben. Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) heeft hierover een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. De ProFri-directeur is op zijn zachtst gezegd not-amused en zegt: “Onze branche wordt weer eens misbruikt om snel te scoren.”
Minder dan één procent
Van Rooij stelt verder: “Het aandeel van snackbars in de totale voeding ligt ver onder de één procent. Met deze niet onderbouwde grachtengordelpolitiek jaagt de overheid de jeugd nog meer de supermarkten in. Daar kun je bij wijze van spreken voor twee euro 2000 kilocalorieën kopen. Nou, dat lukt je bij een snackbar niet. De hardwerkende ondernemer met een paar ton omzet wordt opgeofferd aan grote supermarkten met vijf tot tien miljoen omzet.”
Geen onderbouwing
Aanbevelingen uit ProFri’s verweerschrift ProFri Manifest zijn volgens Van Rooij niet serieus genomen. Hij zegt: “Het is werkelijk een gotspe, maar in de drie officiële rapporten die door overheidsinstanties over dit beleid zijn gepubliceerd, zit géén enkele cijfermatige onderbouwing als het gaat over de plekken wáár mensen hun kilocalorieën kopen. Het wetsvoorstel staat bol van de symboliek, maar is niet gestoeld op enige kennis van de etensmarkt.”
Het wetsvoorstel is een uitvloeisel van het Nationaal Preventieakkoord dat vier jaar geleden door veel partijen is ondertekend. Van Rooij onderkent dat overgewicht een probleem is. “Maar het is algemeen bekend dat obesitas veel meer te maken heeft met sociale problematiek, te weinig beweging en de totale levensstijl van jongeren dan met het type voeding dat jeugd tot zich neemt.”