Na vier jaar strijden lijkt het einde van de Colombiaanse ‘anti-dumptoeslag’ voor Europese friet in zicht te komen.
De Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft de Europese aardappelproducenten in het gelijk gesteld ten aanzien van hun bezwaren tegen deze importheffing voor friet.
Voorlopig blijft de ‘anti-dumptoeslag’ van 6,9 procent voor de Europese aardappelverwerkers nog van kracht, omdat Colombia in hoger beroep is gegaan tegen dit besluit van WTO.
“Ten onrechte beschuldigd”
In Dagblad De Gelderlander reageert Peter Dekker, directeur commerciële zaken van Aviko in Steenderen, op de kwestie. “We worden er ten onrechte van beschuldigd patat goedkoop te dumpen op de Colombiaanse markt. Terwijl we een hoogwaardig product leveren. Dat doen we door efficiënt te werken voor Europese prijzen, die lager zijn dan lokaal in Colombia.”
Lokale frietverwerkers
Volgens Colombia bieden Europese frietfabrikanten hun producten voor een spotprijs aan. Dit zou volgens het Zuid-Amerikaanse land ten koste gaan van de lokale frietverwerkers in Colombia. Daarom is in 2018 een ‘anti-dumptoeslag’ op Europese friet ingevoerd.
Kwestie aangekaart in Brussel
Samen met andere aardappelverwerkers heeft Aviko de Colombiaanse importheffing in Brussel aangekaart. Via de Europese Unie is het bij de WTO terecht gekomen. Dekker benadrukt dat het van belang is om de importheffing aan te vechten omdat het een precedent zou scheppen. “De kwestie speelt namelijk ook in Zuid-Afrika, Brazilië en Nieuw-Zeeland. Dat laatste land heeft na onderzoek besloten van zo’n toeslag af te zien, omdat er geen grond voor is.”