Komt er toch steun voor grootverbruikers van gas zoals cafetaria’s en bakkerijen? Hoewel mededelingen hierover ontbraken in de gisteren verschenen Miljoenennota, maken de nodige politici zich in de media hard voor energiesteun aan het midden- en kleinbedrijf.
“Nee, wij zijn het midden- en kleinbedrijf zeker niet vergeten,” zei Sophie Hermans gisteravond op de televisie. De fractievoorzitter van regeringspartij VVD zal tijdens de begrotingsdebatten steun voor middenstanders met hoge energierekeningen bepleiten.
Zij was niet de enige die zich hierover uitliet. Ook onder anderen de bewindslieden Micky Adriaansens (economische zaken), Marnix van Rij (fiscaliteit en belastingen) en Karien van Gennip (sociale zaken en werkgelegenheid) gaven desgevraagd in talkshows te kennen, dat de komende dagen nog druk wordt overlegd over maatregelen om cafetaria’s, bakkerijen, maar ook zwembaden en sportclubs met hoge energiekosten tegemoet te komen. Hoewel het volgens insiders lastig is passende maatregelen te vinden, zal het kabinet dus vermoedelijk alsnog met energiesteun over de brug komen.
Voorstellen in Tweede Kamer?
Vandaag en morgen zullen in de Tweede Kamer de algemene politieke beschouwingen over de begroting en de kabinetsvoorstellen plaatsvinden. Politieke partijen kunnen via vragen en bijvoorbeeld het indienen van moties en amendementen alsnog aandacht vragen voor de benarde positie waarin veel cafetaria’s, bakkerijen en andere mkb’ers zich door de extreme gasprijzen bevinden.
“Bedrijven bezwijken onder energierekening”
Ondernemend Nederland (ONL), waarbij ook ProFri is aangesloten, zette de belangrijkste zaken uit de Miljoenennota op een rijtje voor ondernemers. ONL meent dat het kabinet de komende jaren het midden- en kleinbedrijf opzadelt met veel extra lasten.
Voorzitter Hans Biesheuvel zegt: “Door de stapeling aan lasten voor het MKB komt het verdienvermogen onder druk te staan. De aangekondigde belastingverhogingen komen ook nog eens op het slechtst denkbare moment. Bedrijven bezwijken onder de torenhoge energierekening. Om nog maar te zwijgen over de bijkomende coronaschulden, de inflatie en de krapte op de arbeidsmarkt. Dit besef lijkt hier in Den Haag echter onvoldoende aanwezig.”