292 Vlaamse frituristen kregen deze week het predikaat Erkend Friturist. Zij vormen de eerste groep frituurondernemers die deze titel bemachtigen, een initiatief van de organisaties Horeca Vlaanderen en vakvereniging Navefri. Eén van de voorwaarden om Erkend Friturist te zijn: eigen voorbak van friet.
Erkende Frituristen hebben een ambachtelijke werkwijze en moeten uitblinken in kwaliteit en hygiëne. Daarnaast zetten zij ‘beroepsfierheid’ op de eerste plek en ze zijn dus trots op hun vak als friturist. Frituurprofessionals die het predicaat Erkend Friturist hebben, zijn ambassadeurs voor hun vak, aldus Navefri en Horeca Vlaanderen.
“Levenskunst die we moeten koesteren”
In een persbericht stellen de organisaties: “Nergens ter wereld is de frituur zo ingeburgerd en essentieel als in ons land. De beleving van de frietkotcultuur zit informeel verweven in tal van ongeschreven rituelen, maar het is ook eigenzinnig en sociaal. De kunst om van eenvoudige en lekkere dingen te kunnen genieten is een levenskunst die we moeten koesteren. Het vakmanschap van de friturist is daarbij een essentieel onderdeel.”
“Frietvakmanschap mag niet verloren gaan”
Bij de overhandiging van de eerste Erkend Friturist-certificaten zei de Vlaamse minister Jo Brouns: “Meer dan de helft van de Belgen eet minstens wekelijks frieten. Frietjes van de frituur zijn deel van onze traditie. Het is echt immaterieel cultureel erfgoed en daar mogen we trots op zijn. Trots ook op alle vakmannen die deze cultuur eer aan doen en die kwaliteit, hygiëne en beroepsfierheid op de eerste plaats zetten. Dat vakmanschap mag zeker niet verloren gaan. En daarom zijn we hier vandaag ook samen, om die erkenning te ondersteunen.”
Erkenning betaald door overheid
Het project Erkend Friturist wordt helemaal betaald uit maatschappelijk geld. De fondsen zijn beschikbaar gesteld door de Vlaamse overheid via VLAIO, het agentschap voor innovatie en ondernemerschap. In ons land zijn in het verleden branche-initiatieven als Stichting Erkende Cafetaria’s (SEC, later Kwalitaria) en Cafetaria van de Toekomst wel ondersteund met geld van het ministerie van economische zaken. Voor nu bestaande erkenningen, zoals de keurmerken Goed Gefrituurd en Met Goud Bekroond van ProFri en het Nederlands Frituurcentrum, moet het geld helemaal uit de markt zelf komen. Dat zelfde geldt voor bijvoorbeeld de Week van de Friet. Bij onze zuiderburen is daarvoor overheidsgeld beschikbaar, in ons land sneuvelde de vergelijkbare campagne omdat marktpartijen onvoldoende in de buidel tastten.
“Belgen zijn trots op hun frietcultuur”
Tegenwoordig investeren de Nederlandse overheid en organisaties alleen nog op projectbasis. Bovendien is altijd de voorwaarde dat ook de markt de helft van de projectsubsidie moet ophoesten. “Maatschappelijk geld voor onze sector, daar krijg je in ons land de handen eigenlijk niet voor op elkaar. Dat komt doordat ze in België trots zijn op hun frietcultuur en bij ons niet. Maar eigenlijk is dat vreemd, als je bedenkt hoe sterk de wereldwijde positie van onze aardappelindustrie is geworden mede dankzij onze branche,” zegt Frans van Rooij van ProFri.
Erkend Friturist: voorwaarden aan friet
In Vlaanderen moet de erkenning als Erkend Friturist steeds na drie jaar worden herbevestigd. Frituurondernemers moeten voldoen aan de eisen van de voedselwetgeving en minstens vijf jaar ervaring hebben of een vakopleiding. Verder moet de friet aan de nodige voorwaarden voldoen. Zoals: een snijmaat tussen 9 en 14 millimeter, de verse frieten worden dubbel gebakken volgens voorgeschreven temperaturen, de gebruikte friteuse heeft minimaal drie bakpotten voor voorbak, afbak en snacks en de klant heeft de keuze uit minimaal acht frituursauzen. Frieten moet de Erkend Friturist bij voorkeur serveren in kartonnen bakjes of puntzakken.