De Nederlandse horeca beleeft in de eerste drie maanden van dit jaar een sterke comeback. Dit blijkt uit de kwartaalcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vergeleken met het lockdown-kwartaal van begin 2021, is sprake van formidabel herstel. Opmerkelijk is dat horecaondernemers vele malen positiever gestemd zijn dan hun gasten.
De totale horeca boekte begin 2022 een liefst 92,2 procent hogere omzet dan in de eerste drie maanden van vorig jaar. Dit is vanzelfsprekend het gevolg van het loslaten van de coronamaatregelen. Maar ook het relatief zachte weer droeg volgens het CBS bij aan een positieve ontwikkeling. Wordt een vergelijking getrokken met de laatste kwartaal van vorig jaar, dan bedraagt de omzetgroei 9,7 procent.
1. “Cafés lopen achter bij 2020”
Met name cafés, restaurants en hotels laten een fors herstel zien. Dat mag geen verwondering wekken: deze horecasegmenten werden immers het zwaarst getroffen door lockdowns. Vergeleken met de eerste kwartaalomzet van vorig jaar (lockdown) ligt de omzet van cafés bijna 300 procent hoger. Hoewel restaurants beter presteren dan begin 2020, blijft bij cafés de omzet nog achter bij de eerste drie maanden van 2020.
2. “Fastservice in de plus”
Het segment fastservice (waartoe het CBS ook cafetaria’s, ijssalons en lunchrooms rekent) laat van januari tot en met maart 2022 de volgende cijfers zien. Ten opzichte van het laatste kwartaal van vorig jaar: een omzetgroei van 7,3 procent. Ten opzichte van het eerste kwartaal 2021: plus 40,4 procent omzet. Ten opzichte van het eerste kwartaal van het eerste coronajaar: groei van 27,1 procent.
3. “Catering in de min”
Een segment dat nog niet profiteert van omzetherstel, is catering. Kennelijk speelt thuiswerk en hybride werk deze branche parten. Hierdoor is de bezetting van werkplekken in kantoren lager dan vóór corona. Dit vertaalt zich ook naar tegenvallende omzetten in bedrijfsrestaurants en kantines. Cateringbedrijven leverde 2,4 procent omzet in ten opzichte van het kwartaal oktober tot en met december 2021. Vergeleken met het eerste kwartaal van 2020 (toen corona nog in aantocht was) boekte catering 8,5 procent minder omzet.
4. “Vertekend beeld door inflatie”
Bij deze relatief gunstige cijfers, moet wel worden aangetekend dat het de vraag is of de horecabedrijven ook daadwerkelijk veel méér verkopen. Immers: de inflatie vertekent het beeld deels, want de omzetstijgingen zijn voor een deel veroorzaakt door gestegen consumentenprijzen in de horeca.
5. “Groot vertrouwen bij horeca”
Desondanks is het zogenaamde ‘ondernemersvertrouwen’ in de horeca flink verbeterd. In het eerste kwartaal van vorig jaar was dit negatief. Het lag op min 35. Het vertrouwen van horecaondernemers ligt inmiddels weer royaal boven de rode streep. Het is nu plus 40,9. Dat is zelfs fors hoger dan begin 2019, toen het op plus 11,9 lag. Ook vóórdat corona uitbrak, vertoonde het vertrouwen van horecaondernemers reeds een dalende trend.
Het sterk gestegen vertrouwen van de horeca komt vermoedelijk vooral doordat corona onder de knie lijkt. Want zorgen heeft de branche volop, aldus het CBS. “Bijna 43 procent van de horecaondernemers meldde aan het begin van het tweede kwartaal van 2022 dat personeelstekort de belangrijkste belemmering is voor de bedrijfsvoering. Voor totaal ondernemend Nederland was dit 34 procent.”
6. “Consument is juist enorm in mineur”
Het vertrouwen bij consumenten staat al veel langer onder grote druk. Het daalde al begin 2019 onder de rode streep. Met een kleine opleving in juli 2019, is het vertrouwen van de consument in de economie nu al bijna drie jaar niet meer positief geweest.
Terwijl de horecaondernemer weer positief gestemd is, is de klant dit nog altijd lang niet. Het vertrouwen van de consument ligt momenteel op min 47, een score die behoort tot de laagste ooit gemeten. Bekend is dat een negatief consumentenvertrouwen op termijn doorgaans wordt gevolgd door lagere bestedingen in de horeca.