Liefst 65 procent van de lezers van het Dagblad van het Noorden vindt dat snackbars in kleine dorpen behouden moeten blijven. Zij onderschrijven de stelling dat gemeenten ervoor moeten zorgen dat cafetaria’s in kleine kernen niet verloren gaan.
Het dagblad poneerde deze Stelling van de Dag met een concrete aanleiding. In het Drentse dorp Weerdinge (562 inwoners) sluit namelijk na ruim zestig jaar de enige snackbar, Snelbuffet Westerhof, zijn deuren.
“Even bij elkaar zitten”
Een deel van stemmers meent dat de snackbar een belangrijke functie heeft voor kleine gemeenschappen. Het is meer “dan alleen maar een patatje halen of een ijsje. Er is ook altijd gezelligheid. Even bij elkaar zitten,” schrijft iemand bij de stelling van het dagblad. Andere stemmers vinden dat behoud geen overheidstaak is, maar bewoners zelf in het geweer moeten komen om voorzieningen als snackbars open te houden. In ons land zijn wel de nodige voorbeelden te vinden van dorpsbewoners die op deze wijze een kleine supermarkt of een dorpscafé zelf draaiende houden.
“Warm kloppend hart”
In veel kleinere dorpen en wijken is de snackbar na het verdwijnen van het buurthuis, het café en winkels nog één van de schaarsere voorzieningen. Ook in sociologisch onderzoek is hierop wel gewezen. Het Nederlands Frituurcentrum diende enkele jaren geleden een pleitnotitie in voor het borgen van de traditionele afhaalfrituur als erfgoed.
Het centrum schreef hierbij het volgende in een stuk aan het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed: “Nog altijd bekleden veel cafetaria’s, snackbars en frituren een belangrijke sociale functie in de buurt of wijk waar ze gevestigd zijn. Zo namen de cafetaria’s, snackbars en frituren vanaf 1960 de functie van hangplek voor jongeren over van de Italiaanse ijssalons. Daarnaast dragen veel frituurbedrijven bij aan de lokale gemeenschap: ze sponsoren lokale (sport)verenigingen of andere clubs en initiatieven. In veel wijken, buurten en dorpen is, sinds het verdwijnen van winkels, cafés en buurthuizen, de frituurzaak het warm kloppend hart van de lokale samenleving.”