Cafetaria’s, snackbars en andere frituurbedrijven krijgen vanaf 2023 te maken met nieuwe regels voor plastic drinkbekers en voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik. Net als alle aanbieders van eten en drinken moeten frituurbedrijven bijdragen aan het terugdringen van plastic in het zwerfafval. Dit heeft grote gevolgen voor de bedrijfsvoering.
Terwijl de coronacrisis amper voorbij is, hoge energiekosten en grondstoftekorten op dit moment de markt teisteren, kondigt de volgende grote uitdaging zich alweer aan. Vanaf 2023 gaan er nieuwe regels gelden voor kunststof drinkbekers en kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik. Ook verpakkingen die voor een deel kunststof bevatten, zoals een coating aan de binnenkant, vallen onder de regeling. Het percentage kunststof maakt daarbij niet uit.
Zorgen over uitvoerbaarheid
De Vereniging Professionele Frituurders (ProFri) heeft eind 2021 feedback gegeven op de concepttekst van deze regeling, maar lang niet alle punten zijn overgenomen. ProFri zegt achter maatregelen te staan die moeten voorkomen dat wegwerpplastics nog meer milieuschade veroorzaken. De vakvereniging maakt zich echter zorgen over de uitvoerbaarheid en de extra druk die de regeling op ondernemers legt.
Afhaal- en bezorgverpakkingen
Eerst zijn afhaal- en bezorgverpakkingen aan de beurt. Per 1 juli 2023 moeten ondernemers een meerprijs rekenen voor alle verpakkingen en drinkbekers die kunststof bevatten en voor eenmalig gebruik zijn bedoeld. De hoogte van de meerprijs mogen ondernemers zelf bepalen, maar het bedrag moet wel apart zichtbaar zijn op het bonnetje. Voor veel frituurbedrijven is een meerprijs voor verpakkingen, zeker in deze tijd, een gevoelig punt. Door de sterk gestegen energie- en inkoopkosten moeten ondernemers hun prijzen al verhogen.
Herbruikbare verpakkingen
Ook moeten ondernemers aan consumenten een herbruikbaar alternatief aanbieden voor afhaal- en bezorgverpakkingen. Een meerprijs hiervoor is niet verplicht. Deze verpakkingen moeten wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet het voor consumenten duidelijk zijn dat het een herbruikbare verpakking is, zodat het ook daadwerkelijk hergebruikt wordt. De verpakking moet een aantal keren geleegd en schoongemaakt kunnen worden, zonder dat het beschadigd raakt. Ook moet er een systeem zijn dat hergebruik borgt. Er zijn vooralsnog geen richtlijnen voor zo’n systeem of voor de partijen die daarbij betrokken kunnen worden.
Bring your own verpakkingen
Een manier om onder de verplichting van herbruikbare alternatieven uit te komen, is consumenten hun eigen verpakkingen te laten meenemen voor de afhaal. Dit is het zogenaamde bring your own principe. Ondernemers mogen dit weigeren als de meegebrachte voedselcontainer duidelijk niet geschikt is. De aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van de hygiëne ligt uiteindelijk bij de consument, zo staat in de regeling. Kiest een ondernemer voor een andere vorm van hergebruik, dan moet hij of zij aannemelijk kunnen maken dat dit hergebruik ook daadwerkelijk in de praktijk plaatsvindt.
Consumptie ter plekke
Per 1 januari 2024 gelden er nieuwe regels voor kunststof drinkbekers en voedselverpakkingen voor consumptie ter plaatse. Deze mogen alleen worden aangeboden als het bedrijf ze ook weer apart inzamelt voor recycling.
Vanaf 2024 moeten bedrijven ieder jaar een bepaald percentage van het inkoopgewicht inzamelen. In 2024 gaat het om 75 procent, in 2025 is het 80 procent, in 2026 is het 85 procent en vanaf 2027 is het 90 procent. Het gewicht moet gecorrigeerd worden voor nog resterend vocht en vuil. Ook kunnen bekers en/of voedselverpakkingen afgekeurd worden.
Administratie bijhouden
Wanneer ondernemers kunststof drinkbekers en voedselverpakkingen voor consumptie ter plaatse willen aanbieden, moet dat worden gemeld bij de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarnaast moeten bedrijven een administratie bijhouden van de hoeveelheid kunststof drinkbekers en verpakkingen die ze inkopen en inzamelen. Dit moet op een voorgeschreven format. De Inspectie Leefomgeving en Transport controleert en handhaaft hierop. Het ministerie kan de administratie tot drie jaar na de registratie opvragen.
Kosten voor ondernemers
De enige andere optie naast kunststof voor consumptie ter plaatse, is herbruikbare verpakkingen/servies. Daarvoor is dan wel een vaatwasser nodig. Voor veel zaken kan dat een uitdaging zijn, zowel qua ruimte als kosten en personeel.
Voor het kopen van het servies, de vaatwasser en eventuele verbouwing van de keuken, schat het ministerie in dat de kosten per ondernemer gemiddeld 8000 euro zijn. De structurele kosten zitten in extra personeel voor de vaat en vervanging van servies. Voor een kleinere ondernemer wordt uitgegaan van ongeveer vijf arbeidsuren per week (7000 euro op jaarbasis) en voor grotere horecazaken op ongeveer 80 arbeidsuren per week (112.000 euro). De eenmalige en structurele kosten van het organiseren van een inzamel-recyclesysteem zijn volgens het ministerie op dit moment nog niet goed in te schatten.
Markt uit balans
Fabrikanten zijn ondertussen volop in ontwikkeling om de branche van de juiste verpakkingen te voorzien. Zo wordt er gewerkt aan een coating op waterbasis en aan herbruikbare verpakkingen. Als de inkooprijs voor ondernemers echter te hoog is, kan de markt uit balans raken, zegt de Vereniging Professionele Frituurders. “Dit veroorzaakt een serieuze drempel op weg naar minder plasticgebruik. Vanwege de prijs wordt plastic mogelijk aantrekkelijker, zowel voor de exploitant als de eindgebruiker.”
Moeizame transitie
Om deze negatieve trend te doorbreken en de maatregelen een kans van slagen te geven, is volgens ProFri een subsidieregeling vanuit de overheid richting exploitanten nodig. “De transitie van plastic naar duurzame alternatieven zal, zonder een financiële impuls, moeizaam verlopen.” ProFri geeft aan hier graag over mee te willen denken.
Op Frituurwereld.nl is de komende periode meer te lezen over de details en de gevolgen van deze regeling. Houd de website in de gaten en abonneer je op de wekelijkse nieuwsbrief.